Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26-11-2002, Pagina 11, Kunst, Recensie

Subtiele poppenkast in La Cenerentola

La Cenerentola, van Rossini, door Opera Zuid o.l.v. Keith Warner en Roland Böer. 23 november, Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Tournee t/m 17/12.

Pompoenen of muizen komen er niet aan te pas in La Cenerentola, de opera die Rossini in 1817 componeerde op basis van het aloude Assepoester-sprookje. Librettist Jacopo Ferretti schrapte de toverkunsten, om de menselijke maat van het verhaal beter uit te laten komen. Hij verving de stiefmoeder door een stiefvader, en de petemoei-fee door een wijze filosoof.

Maar zijn geniaalste ingreep was het idee om de prins zich te laten verkleden als kamerdienaar en vice versa. Want de vervelende stiefzusters lopen dan de verkeerde man na, en als Assepoester in plaats daarvan voor de 'knecht' kiest, weten we zeker dat het om échte liefde gaat.

Toch is de nieuwe La Cenerentola-enscenering waarmee Opera Zuid de komende maanden door het land trekt in één woord betoverend. Dat is de verdienste van regisseur Keith Warner, een man die de magie van het theater kent, én een Fingerspitzengefühl heeft voor de subtiele accenten die Rossini aanbrengt te midden van zijn muzikale opblaasballonnen en ratelende rijmelarijen.

Nog vóór er een noot gezongen is introduceert Warner een zwevende schoorsteenmantel, die zodra er een groep marionetjes verschijnt, verandert in een 'schouw'-toneel, een kleine versie van het echte toneelbeeld, inclusief decor.

Zulke verdubbelingen komen telkens in andere vorm weer terug. Zo bewegen ook de zangers soms aan draadjes. Dat levert niet alleen schitterende visuele verrassingen op, maar geeft ook te denken. Want wie trekt er nu eigenlijk aan de touwtjes? Is het de fantasie van Cenerentola, zoals de regisseur wil, of de petemoei-filosoof die de hele plot heeft voorgekookt - of uiteindelijk Warner zelf?

Door deze poppenkasterij, de vernuftige decors en de fraaie kostuums komt het oog niets tekort. Maar ook de zangers laten heel wat zien en horen, wat reikt van pure slapstick tot innige emotie. Het enige minpuntje is dat Rossini de prins en Cenerentola meer tierlantijnen en topnoten heeft toegedacht dan mezzo Nerys Jones en tenor Erwin Feith aankunnen.

De andere zangers hebben het minder zwaar en komen daardoor wat beter voor de dag, in het bijzonder bariton Eric Roberts als boze stiefvader. Samen met Mary Hegarty en Heather Shipp als de kibbelende zusters zorgt hij voor de komische noot. De middenposities worden goed bekleed door Frans Kokkelmans (de filosoof Alidoro) en Anthony Marber (de valet Dandini), en dat hele zevenkoppige stel solisten, hoe ongelijksoortig ook, blijkt in de ensembles opeens een fantastisch klinkende eenheid te vormen.

In combinatie met de uitstekende prestaties van het Zuidelijk Theaterkoor en het Limburgs Symphonie Orkest leidt dat tot een knisperende Rossini-vertolking. Dirigent Roland Böer legt daarbij niet zozeer de nadruk op collectieve consternatie en bliksemende bekkens, maar eerder op subtiel getrippeltrappel en op kousenvoeten aansluipende pizzicati.

De muis Opera Zuid doet met deze eigen productie in scenisch opzicht niet onder voor de Nederlandse Opera. Het is bovendien een ideale opera-introductie voor kinderen - al moeten die wel in staat zijn om tot kwart over elf hun ogen open te houden.


© Frits van der Waa 2006