de Volkskrant van 02-12-2002, Pagina 11, Kunst,
Door zijn boeken te verpatsen bleef Locatelli rijk
AMSTERDAM
Pietro Antonio Locatelli, componist en violist, was een man met twee vaderlanden. Daarom is het een gemêleerd gezelschap van Nederlanders en Italianen dat zich zaterdagmiddag heeft verzameld in de Engelse Kerk. Aanleiding is de voltooiing van Locatelli's Opera Omnia, de tiendelige tekstkritische uitgave van zijn verzameld werk.
'De naam van Locatelli is evenzeer verbonden met Amsterdam als die van Handel met Londen of die van Beethoven met Wenen', stelt de Amsterdamse burgemeester Job Cohen na het in ontvangst nemen van de duimendikke foliant die Locatelli's belangrijkste werk, L'arte del Violino bevat.
Over de levensloop van Locatelli (1695-1764) is niet bijster veel bekend, maar dat hij een uitzonderlijk man was, staat vast. Hij groeide op in het Italiaanse Bergamo, werkte vanaf zijn zestiende in Rome, trok vervolgens enkele jaren door Europa als reizend virtuoos, en vestigde zich in 1729 in Amsterdam, waar hij de tweede helft van zijn leven doorbracht.
'Hij leidde vijfendertig jaar lang een bestaan als freelancer', zegt klavecinist Gustav Leonhardt daags tevoren in zijn lezing Locatelli in Amsterdam, 'wat voor een musicus in die tijd zeer ongewoon en ook zeer riskant was'.
Eigenaardiger nog is dat Locatelli, die niet meer in het publiek optrad, en zich voornamelijk toelegde op het uitgeven van zijn eigen composities, als een zeer bemiddeld man stierf.
'Hij heeft waarschijnlijk een boel geld verdiend met het verpatsen van oude boeken', meent professor Albert Dunning, instigator en leider van het Locatelli-onderzoek. 'Hij heeft een enorme boekenverzameling gehad, veel groter dan zijn muziekcollectie, en daar zaten ook wel doubletten tussen. Ik denk dat hij zo zijn adresjes had in Italië en elders in Europa, en dat hij die boeken hier voor goed geld verkocht heeft. Want anders is die welvaart waarin hij leefde niet goed te verklaren.'
Bij de huisconcerten die Locatelli gaf mochten alleen maar gentlemen komen. Beroepsmusici wilde hij er niet bij hebben, uit angst dat die hem de kunst zouden afkijken. Ook had hij maar weinig leerlingen. Dunning: 'Zijn invloed op de Nederlandse muziek is daardoor marginaal. Maar zijn muziek is uiteindelijk over alle grenzen heen van invloed geweest. Dat komt door zijn virtuositeit, zoals hij die heeft neergelegd in l'Arte del Violino en waarmee hij de viooltechniek meteen vijftig jaar vooruitzet. Dat is later opgepikt aan het Parijse Conservatoire, wat natuurlijk dé drilschool voor virtuozen is geweest.'
Lang niet al Locatelli's muziek stelt zulke hoge eisen. De drie sonates waarmee het Ensemble Musica ad Rhenum de plechtigheid in de Engelse Kerk opluistert, zijn, hoewel fantasierijk, niet halsbrekend. Schiphol heeft echter geen eerbied voor Locatelli. Het gebulder van laag overtrekkend vliegverkeer voegt herhaaldelijk een onwelkome basso continuo toe.
De voorzitter van de Locatelli-stichting, prof.dr. B.W. Meijer, wijst er in zijn rede op dat de Locatelli-uitgave relatief snel, binnen een jaar of tien, tot stand gekomen is. Dunning verrichtte het werk samen met een groep Italiaanse studenten van de musicologiefaculteit van zijn woonplaats Cremona. Dankzij zijn activiteiten als fundraiser zijn de kosten van de uitgave ponds-pondsgewijs door Italiaanse en Nederlandse subsidiënten opgebracht. 'Hij beschikt over een zakelijke wervingskracht die men in een wetenschapper zelden tegenkomt', constateert Meijer lovend.
Helemaal afgerond is het project nog niet. In de loop van het komende jaar zal er ook nog een uitgave voor praktisch gebruik komen, met losse partijen en piano-uittreksels van de orkestbegeleiding. Bovendien komt er een editie van de vrijwel onspeelbare capricci, met inleidende oefeningen.
Intussen heeft Dunning al een nieuw onontgonnen componisten-oeuvre op het oog. De voorbereidingen voor een uitgave van het werk van Luigi Boccherini zijn al in vergevorderd stadium. 'Daarvan zal ik de voltooiing wel niet meemaken,' zegt de 66-jarige musicoloog, 'want dat wordt een reeks van negentig delen.'
© Frits van der Waa 2006