Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 10-01-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Mozart en Mendelssohn als nog vuile Nachtwacht

Mozart en Mendelssohn, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Ivor Bolton. 8 januari, Concertgebouw, Amsterdam., Radio 4: 12 januari, 14.00 uur.

Sinds de oude-muziekpraktijk met zijn historische instrumenten zich heeft ontfermd over de composities van klassieke en vroeg-romantische componisten zitten de traditionele orkesten met een probleem. Want wie wil Mozart en Haydn nog horen met zo'n negentiende-eeuws gesausde orkestklank? Gezelschappen in de regio bekreunen zich daar niet al te veel om, maar het Koninklijk Concertgebouworkest heeft een stand op te houden.

In het verleden zocht men de oplossing in het werken met specialisten als Nikolaus Harnoncourt of Roger Norrington. Hoewel dat zeker leerzaam was, is het orkest intussen al een poosje op zoek naar een 'echte' dirigent voor het vroeg-klassieke repertoire.

Deze week kwam de Engelsman Ivor Bolton opdraven om een programma met Mozart en Mendelssohn te dirigeren. Bolton, die hiermee zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest maakte, heeft goede papieren. Hij is tevens klavecinist, heeft gewerkt met clubs als het Orchestra of the Age of Enlightenment, en wordt volgend jaar chef-dirigent van het Mozarteum Orchester in Salzburg.

Wat hij liet horen was vooral degelijk vakwerk, met mooie lijnen in de strijkers, en stuiterende blazersnootjes, maar toch was het resultaat een beetje twijfelachtig. Het riep associaties op met Rembrandts schilderij de Nachtwacht zoals hij er voor de restauratie uitzag. Ook mooi, maar als je beter weet, zie je oude lagen vernis en tabaksaanslag.

Het meeste roet in het eten kwam hier van de twee moderne orkestpauken die de totaalklank nodeloos massief maakten. Daar komt bij dat de Grote Zaal erom berucht is dat je op het podium de pauken minder goed hoort dan in de zaal. Bolton liep wat dat betreft met open oren in de val.

In de paukloze passages was te horen dat het orkest wel degelijk in staat is om deze muziek een pasgeschilderde frisheid te geven. Zo was het begin van Mendelssohns ouverture Meeresstille und glückliche Fahrt schitterend sonoor. En Ronald Brautigam, solist in Mendelssohns tweede pianoconcert, is een musicus die altijd de sterren uit de hemel speelt, van welk soort vleugel hij zich ook bedient.


© Frits van der Waa 2006