Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 11-01-2003, Pagina 7, Kunst, Recensie

Gergjevs lezing van Mahler is verpletterend

Mahler, Zevende Symfonie, door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valeri Gergjev. 9/1, De Doelen, Rotterdam. Herhaling: Amsterdam (vanmiddag), Brussel (12/1). Radio 4: vandaag, 14.15 uur en 14/1, 20.00 uur.

De vier interessantste pagina's uit het programmaboekje van het afgelopen september gehouden Gergjev Festival bevatten een lijst van de meer dan 250 muziekstukken die Valeri Gergjev sinds zijn debuut in 1987 in Nederland heeft gedirigeerd. Zeker de helft van de door hem uitgevoerde werken is van Russische bodem (met Sjostakovitsj aan kop).

Gustav Mahler komt maar zeven keer voor, maar dat getal is natuurlijk misleidend, aangezien diens symfonieën veelal omvangrijk genoeg zijn om een heel avondprogramma mee te vullen. Bijna al die uitvoeringen dateren van de laatste jaren: Gergjev en het RPhO werken aan een Mahler-cyclus. De Eerste, de Vierde en de ontzagwekkende Achtste symfonie wachten nog op uitvoering. Deze week is de Zevende aan de beurt. Na twee uitvoeringen in Rotterdam klinkt het werk vanmiddag in de Amsterdamse Matinee-serie, en rechtstreeks op Radio 4.

Mahlers Zevende stamt uit 1905, en is misschien wel de roerigste uit zijn oeuvre. De componist hield altijd vol dat zijn werk innig met de natuur verbonden is. In dat geval hebben we hier eerder te maken met lawines en storm op zee dan met lentebriesjes en lieflijk klaterende beekjes. Die zijn er wel, maar elk moment van rust bergt een hysterie in zich, die al snel de overhand neemt. In het eerste deel tornt Mahler dusdanig aan de gangbare wetten van de harmonieleer dat verscheidene passages zelfs vandaag nog modern aandoen. In de daaropvolgende vier delen gaat hij minder ver, maar ook daar schuift en schokt de muziek rusteloos heen en weer tussen de verschillende toonsoorten.

Gergjevs lezing is verpletterend. Zelfs de macabere dansjes van het Scherzo en de getourmenteerde lyriek van de twee Nachtmusik-delen hebben de poezeligheid van een stalen vuist in een bokshandschoen. Maar wat Gergjev hier aan toevoegt in de gedaante van tot klankkleur versmolten akkoorden en een voortdurend volgehouden spanning is grandioos.

Ook de orkestklank is perfect uitgebalanceerd, of het nu gaat om de volstrekte verbrokkeling aan het eind van het vierde deel of om de hectiek van de Finale. De musici van het Rotterdams Philharmonisch spelen zich het vuur uit de sloffen en de kopersectie laat weer eens horen dat ze de beste vonkensproeiers van Nederland in huis heeft.

Gergjevs taal is zo gespierd dat ze meer dan eens aan body-building doet denken. Dat maakt het resultaat eerder fascinerend dan ontroerend.


© Frits van der Waa 2006