Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 03-02-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Oosters strijkijzer laat klank langs de pijngrens scheren

Werk van Chou, Van Roosendael, Strindberg, Guo, Sculthorpe en Oh, door Slagwerkgroep Den Haag o.l.v. Jussi Jaatinen. 30 januari, De IJsbreker, Amsterdam. Herhaling: Nijmegen (5/2).

Niet alleen de enorme hoeveelheid instrumenten die de Slagwerkgroep Den Haag gebruikt, maar vooral het muzikaal gebruik van de meest zonderlinge klankbronnen, maakt Gong Sounds, het jongste programma van het ensemble, verrassend en afwisselend. Neem de twee aarden kruiken die de Zweedse componist Henrik Strindberg in zijn Ursprung/glantor op allerlei manieren laat bekloppen. Met behulp van een voor de hals van de kruik geplaatste microfoon wordt dit geluid op sterkte gebracht - wat wel nodig is, want de overige instrumenten zijn beduidend luider. Strindbergs stuk is bondig, maar heeft een hoge omloopsnelheid, met ritmische patronen die in het verloop van tien minuten allengs korter worden.

De DaDeRimGil die de Koreaanse Louis Andriessen-leerlinge Seung-Ah Oh toepast in haar gelijknamige stuk, heeft geen versterking nodig - integendeel. Het is een plat stuk graniet met fraai gesneden pootjes, dat wordt bewerkt met twee houten knuppels. Het is oorspronkelijkde oud-Koreaanse versie van het strijkijzer. DaDeRimGil scheert bij vlagen langs de pijngrens, vooral door het ketsende geluid van de houten claves die Oh voorschrijft, maar het is een spannend stuk, met een mooie afwisseling van pulserende en schijnbaar aperiodische passages en een grote variatie in kleur, waarin toch een organische ontwikkeling te bespeuren is.

Het concert maakte deel uit van de IJsbreker-serie Oriënt-Occident, een motto dat de Slagwerkgroep past als een handschoen, al was het alleen maar omdat een groot deel van hun instrumentarium oorspronkelijk afkomstig is uit het Nabije of Verre Oosten. De gespeelde componisten reiken van Chou Wen-chung, de Chinees die in 1946 naar de States ging en de bekendste leerling van Edgard Varèse werd, tot de Australiër Peter Sculthorpe, die Aboriginal-melodieën in zijn muziek verwerkt.

Voor het meest fascinerende onderdeel van het programma zijn maar drie spelers en drie stel Chinese bekkens nodig - goed, plus een assortiment stokken. Guo Wenjing componeerde het stuk in 1995 en gaf het - terecht - de naam Drama. Met zijn virtuoze exploratie van de klank, geordend in oplopende spanningsbogen, en gescheiden door onverwachte, dikwijls geestige interpuncties, weet hij vijfentwintig minuten de oren gespitst te houden. Drama bewijst het weer eens: minder is meer. Al moet je daar natuurlijk wel een componist van het kaliber van Guo Wenjing voor zijn.


© Frits van der Waa 2006