Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 06-03-2003, Pagina 11, Kunst, Recensie

Kagel jongleert met de noten in enorm rijk stuk

Van Eijden, Rihm, Kagel en Oosterveld door het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 4 maart, Paradiso, Amsterdam. Radio 4: 18/6.

In het jongste programma van het Schönberg Ensemble, dat dinsdag een helaas uitvoering beleefde in Paradiso, speelt de contrabas een prominente rol. In drie van de vier stukken werd de brombeer onder de instrumenten uitgebreid in het zonnetje gezet. Dat begon al meteen met Hades' Spel van Cynthie van Eijden, waarin solist Quirijn van Regteren Altena zijn bas vooral als slagwerkinstrument behandelt. De klappen met de strijkstok op de snaren, afgewisseld met flageoletten en pizzicati, worden door het ensemble gaandeweg ingebed in een duister maar boeiend lijnenspel.

Dat rijmde mooi met Die Stücke des Sangers van Van Eijdens leermeester Wolfgang Rihm, een stuk waarin de hoofdrol door de harp wordt gespeeld. Niettemin is ook deze muziek donker van toon, ondanks de bitse, bijtende akkoorden die soliste Godelieve Schrama uit haar harp rakelt.

Het Schönberg Ensemble, dat geconcentreerd spel leverde onder de als altijd gedreven aanvoering van Reinbert de Leeuw, liet met dit programma horen dat moderne muziek ook uitgesproken vriendelijke kanten kan hebben. Speciaal de twee 'wereldpremières' boden veel behaaglijks.

Het Doppelsextett van Mauricio Kagel, dat al in 2001 voltooid werd, maar nog niet eerder tot klinken kwam, is geschreven voor zes strijkers en zes blazers. Een groot deel van het twintig minuten durende stuk wordt gedragen door het ritmisch gepom van twee contrabassen. Ook de overige instrumenten opereren bijna steeds in paren. Het is een enorm rijk en letterlijk veelstemmig stuk, waarin Kagel jongleert met de noten en erin slaagt zes duo's tegelijk in de lucht te houden, waarbij de dooreenwemelende lijnen en timbres zich duidelijk tegen elkaar aftekenen en niettemin opgaan in een wonderlijk harmonisch clair-obscur. Nog merkwaardiger zijn de mengsels van majeurklanken die tegen het slot hun intree doen, waar Kagel dan weer schurende multiphonics tegenaan zet.

Opzienbarend was de elektrische contrabas waarvan Van Regteren Altena zich bediende in Ernst Oostervelds SEQ. - een rank, twee meter lang apparaat dat eruitziet als een groot uitgevallen dansmeestersviool. Het instrument kan naast min of meer gewone timbres ook zinsbegoochelende klankspectra voortbrengen. Oostervelds werk is een zevendelige suite, waarin diverse idiomen elkaar zozeer afwisselen dat het geheel nogal losbladig aandoet. Spectaculair hoogtepunt was het voorlaatste deel, een duet voor de bassist en een eveneens aan de computer gekoppelde drumkit, waarin Van Regteren en Altena en slagwerker Ger de Zeeuw elkaar bestookten met een kruisvuur van de meest ongehoorde klanken.


© Frits van der Waa 2006