Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 18-03-2003, Pagina 18, Kunst, Recensie

Meesterpianist met veel theater

AMSTERDAM

Menahim Pressler zingt, fileert en wijst details aan

'Waar is de climax?', vraagt de pianist. Klein en rond stuitert hij gedreven over het podium. Menahim Pressler is 79, maar geeft in een weekeinde nog vier concerten en een masterclass. 'Vergeet niet dat het er bij muziek om gaat wat jullie voelen.'

'Ik heb het gevoel dat we zaten te wachten op Godot', zegt Menahem Pressler, en er spoelt een golf van gegrinnik door de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Op het podium zitten de vier strijkers van het Matangi Kwartet en pianist Hans Eijsackers.

Pressler, klein en rond, stuitert rond over het plankier, in zijn ijver om het ensemble, dat zojuist een bepaald niet te versmaden uitvoering van het Allegro brillante uit Schumanns Pianokwintet in Es ten gehore heeft gebracht, de nog fijnere kneepjes van het ensemblespel bij te brengen. 'Waar is de climax?' vraagt hij aan cellist Nander Cirkel, en als die riposteert: 'Die komt later,' heft hij de handen ten hemel en roept: 'Ah, ik wou dat ík zoveel tijd had!'

Eén ding wordt volkomen duidelijk tijdens het mini-festival 'Een weekend met Menahem Pressler': de 79-jarige meesterpianist, sinds 1955 de spil van het Beaux Arts Trio, is een gedrevene, een man die leeft voor de muziek, of beter nog, voor het musiceren. Met veel gevoel voor theater en een schat aan bon mots fileert hij het samenspel van de deelnemers aan zijn masterclass, zingt voor, licht details uit en wijst tegelijkertijd op doorgaande lijnen.

'Jullie kennen het stuk, jullie spelen het goed, maar jullie kijken niet naar elkaar,' luidt zijn eerste commentaar op het Amardi Kwintet, na zijn uitvoering van een deel uit Dvoraks Pianokwintet in A, en begint meteen aan de stoelen te schuiven. Muziek is een verhaal, een dialoog, benadrukt hij. Tot de eerste violist, wanneer die een frase overneemt van de cello: 'Speel het vooral mooier dan hij, maar niet harder.'

Toch, zo benadrukt Pressler in een stichtend slotwoord, heeft hij niet de ultieme wijsheid in pacht: 'Ik vind het enorm dapper dat jullie in een publieke masterclass durven optreden. Vergeet niet dat het er bij muziek om gaat wat jullie voelen. Ik kan alleen maar deuren openen, en andere mogelijkheden laten zien.'

Dat Pressler een ensemblespeler in hart en nieren is bewijst hij zondagochtend eens te meer in zijn vertolking van Schumanns Pianoconcert. Waar veel pianisten voornamelijk de blik op de toetsen gericht houden, handhaaft Pressler een vrijwel voortdurend oogcontact met dirigent Lev Markiz en de musici van Nieuw Sinfonietta Amsterdam. Kordaat vlecht hij Schumanns vele loopjes en akkoordbrekingen door het orkestweefsel, terughoudend en zonder in lawaaimakerij te vervallen, zelfs niet in de waterval van octaven waarmee het stuk besluit.

Spontaniteit staat bij Pressler hoog in het vaandel. Dat is misschien de reden dat zijn uitvoering van Schuberts Sonate in bes, waarmee hij zijn solo-optreden opent, ietwat geïmproviseerd aandoet, alsof hij het stuk al een poos niet gespeeld heeft, en zichzelf erdoor wil laten verrassen. Zijn pedaalgebruik is nogal onbekommerd, waardoor de klank hier en daar dreigt dicht te lopen en zijn toucher is parelend, maar soms al te dartel, zodat vooral de kleine tussenfiguurtjes een fladderend karakter krijgen.

Hoewel Pressler op die manier de indruk wekt dat hij zijn benadering van het stuk als het ware ter plaatse uitvindt, staat hij natuurlijk zo ver boven de materie dat het toch een spannend betoog oplevert. Desondanks is het of na de pauze een totaal andere muzikant aantreedt. In Chopins 24 Préludes, gespeeld in één doorgaande spanningsboog, verliest hij geen moment de controle over de zinderende pianoklank.

Het is een raadsel waar een man van die leeftijd de energie vandaan haalt om in drie dagen tijd vier concerten te geven. Ook tijdens zijn optreden van zondagavond, waarin hij met vier jonge Nederlandse strijkers Schuberts Forellenkwintet en het Pianokwartet KV 478 van Mozart uitvoert, geniet hij zichtbaar en met volle teugen.

Het zijn sprankelende uitvoeringen, maar het meest fascinerende onderdeel van het programma is Mozarts Sonate in e, waarin Pressler en violiste Janine Jansen de ogenschijnlijk simpele noten in een subliem daglicht stellen.

De 25-jarige Jansen, een musicienne van het hoogste niveau, die onlangs door Decca is gecontracteerd, voegt haar glasheldere en toch rijkgeschakeerde toon volmaakt naar het al even geciseleerde spel van Pressler. Al bedraagt het leeftijdsverschil tussen de beide spelers ruim een halve eeuw, in hun benadering zitten ze volstrekt op één lijn en stuwen ze elkaar op tot duizelingwekkende hoogten.


© Frits van der Waa 2006