de Volkskrant van 22-04-2003, Pagina 12, Kunst, Recensie
Zeemansvrouwen na 73 jaar van geluid voorzien
AMSTERDAM
Filmmuseum reanimeert zwijgende films
Het Filmmuseum combineert op zijn eerste Biënnale stomme films met hedendaagse muziek. 'Die zogenaamde zwijgende films werden nooit simpelweg als film gepresenteerd. Er was altijd muziek bij.'
De triomfantelijke slotscène van de film De laatste dagen van Sint-Petersburg laat zich niet zonder ironische bijgedachten bekijken. De omdoping van Ruslands op-een-na belangrijkste stad tot 'Leningrad' mag in 1927 een fraai symbool voor de destijds tien jaar oude Oktoberrevolutie zijn geweest, maar regisseur Vsevolod Poedovkin had niet kunnen bevroeden dat in 1989 de naambordjes opnieuw verhangen zouden worden.
De laatste dagen van Sint-Petersburg is dus niet meer van deze tijd, zoals ook het sociaal-realistische verhaallijntje over een jonge proletariër die de strijd aanbindt met het kapitalisme gedateerd is. Toch is het een hoogtepunt uit de geschiedenis van de 'zwijgende' film. De geraffineerde montage en de even kunstig gefotografeerde als effectieve beelden staan op hetzelfde plan als die van Sergej Eisensteins twee jaar oudere Pantserkruiser Potemkin. Alleen dat al maakt Poedovkins film tot een toepasselijke openingsvoorstelling voor de Biënnale die het Filmmuseum dit jaar voor het eerst organiseert.
Maar er is meer mee aan de hand: de film wordt woensdag vertoond in het Concertgebouw met een live-begeleiding door het Asko Ensemble. Op de lessenaars staat dan niet de muziek die oorspronkelijk bij de film geklonken heeft, maar de nieuwe score die Alfred Schnittke en zijn zoon Andrej in 1992 voor de film componeerden. Schnittke, die in 1998 overleed, heeft het grootste deel van zijn leven geleden onder het gewicht van het Sovjet-juk, en het is dan ook geen wonder dat zijn muziek, veelal onderkoeld en met raak geplaatste 'foute' noten, de heroïsche strekking van de film in een ander daglicht zet.
Dat - de wisselwerking tussen beeld en geluid - is het belangrijkste van de zeven thema's van deze Biënnale, die het motto See the sound, hear the image heeft meegekregen. 'Je moet bedenken,' zegt projectleider Jan van den Brink, 'dat die zogenaamde zwijgende films nooit simpelweg als film gepresenteerd werden. Er was altijd muziek bij. Het Filmmuseum heeft een reputatie waar het gaat om het reanimeren van zulke stille films, en in deze Biënnale laten we een heel scala van mogelijkheden zien.'
Een naar verhouding orthodoxe voorstelling is de vertoning van Rapsodia Satanica, een Italiaanse film uit 1917 waarvoor Pietro Mascagni de muziek schreef. Die wordt zondag live uitgevoerd door het orkest van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, een 80-koppig gezelschap, waarvoor in het Tuschinski Theater een speciaal podium wordt bijgebouwd.
Radicaler is de benadering die gekozen is voor Erdgeist, Leopold Jessners Lulu-verfilming uit 1923, een film die hier bovendien in een gerestaureerde versie is te zien, aangevuld met materiaal uit Deense en Russische archieven. Het Filmmuseum heeft theatermaker Ivo van Hove gevraagd de film te analyseren en te voorzien van een grafische partituur, waarin aangegeven is wat voor type muziek er moet klinken. Tijdens de vertoning van Erdgeist zullen gitariste Corrie van Binsbergen en haar ensemble die aanwijzingen in klank omzetten.
Voor Zeemansvrouwen is weer een totaal andere oplossing gekozen. Deze uit 1930 stammende film had de eerste Nederlandse geluidsfilm moeten worden, maar dat stuitte op technische problemen, zodat het uiteindelijk de laatste zwijgende film werd. Om recht te doen aan de oorspronkelijke intenties is Zeemansvrouwen nu voorzien van een compleet nieuwe soundtrack met dialogen van Lodewijk de Boer (waarvoor onder andere de hulp van liplezers werd ingeroepen), geluidseffecten en nieuw gecomponeerde muziek van Henny Vrienten. 'Het is een bijzonder experiment, en dat kan natuurlijk aanleiding geven tot een discussie over ethiek,' stelt Van den Brink. 'Mag je zoiets nu wél of niet doen met zo'n film?'
Als vijfde onderdeel van See the sound, hear the image gaat er donderdag in Paradiso een Louis Andriessen-programma, waarin de combinatie van muziek en beeld op vele verschillende manieren gestalte krijgt. Speciaal voor deze gelegenheid componeerde Andriessen muziek bij Opus II, III en IV, drie abstracte kleurenfilms van Walter Ruttmann uit 1926. Verder wordt onder meer The New Math(s) vertoond, met begeleiding van het ensemble Elektra. En een wel heel apart onderdeel is een uitvoering van Workers Union, waarbij vee-jay Eboman met behulp van gesamplede fragmenten uit het archief van het Filmmuseum een live gegenereerde visuele begeleiding maakt. Van den Brink: 'Dat is een nieuwe stap. We hebben eerder wel compilaties van zulke fragmenten laten zien, maar door ze ter beschikking te stellen aan kunstenaars krijg je een totaal ander niveau van omgaan met het materiaal.'
Filmmuseum Biënnale: 23 t/m 27 april, in het Concertgebouw, Tuschinski, Paradiso, Cinerama en het Filmmuseum. Zie ook www.filmmuseum.nl
© Frits van der Waa 2006