Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 16-06-2003, Pagina 9, Kunst, Recensie

Nieuwe impuls voor de elektrische gitaar

AMSTERDAM

Zit er muziek in de combinatie van elektrische gitaar en orkest? Tijdens de themamiddag Electric Guitar Now And Then, in de randprogrammering van het Holland Festival, komt de vraag heel even aan de orde. De deelnemers aan de talkshow, vier doorgewinterde spelers uit rock en jazz, reageren zuinig. 'Dat kan nooit een massaal verschijnsel worden', vindt Urban Dance Squad-gitarist René van Barneveld.

Diezelfde avond wordt de vraag in Paradiso aan de praktijk getoetst door het Radio Kamer Orkest aan de hand van vier composities, waarvan er drie voor deze gelegenheid geschreven zijn.

Het resultaat valt niet tegen. Toch blijkt componist Willem Jeths tijdens de nazit toch niet helemaal gelukkig. 'Het blijft een problematische combinatie, akoestische instrumenten en één met elektrische versterking. In mijn geval hebben we het opgelost door ook het orkest te versterken, maar dat is niet ideaal.'

Niettemin is Jeths' E pluribus unum, waarin hij op verzoek een partij voor basgitaar opnam, een sterk stuk. Jeths is een groot uitvinder van nieuwe klankcombinaties, waarbij hij zonderlinge ruisklanken, zoals het geplop op mondstukken van trompetten niet uit de weg gaat. Het is waar, die basgitaar versmelt niet echt goed met de omringende instrumenten, maar de verstrengeling van stijgende figuren en staccato-ritmes tot indringende climaxen is bijzonder effectief.

The Right Angel, waarin componist Fred Frith zelf de solopartij voor zijn rekening neemt, is juist nogal lang, en doordat hij de gitaar en het orkest meer om-en-om dan samen laat spelen, blijven het bijna gescheiden werelden. Friths idioom, een kruising tussen middeleeuwse hoketustechnieken, minimalisme à la Steve Reich en een Engelse landelijkheid, is wat beperkt, maar toch duiken er hier en daar schurende klanken of uitgekiende instrumentaties op die pleiten voor het talent en de avontuurlijke geest van deze allerminst orthodox geschoolde componist.

Het meest geslaagd is Deal van Steve Mackey, waarin de componist met slagwerker Ray Dillard improviseert over een volledig uitgewerkte partituur voor klein orkest, plus een band met 'concrete' geluiden, zoals en telefoon, een hond en gakkende ganzen. Mackey is niet alleen een elektrische gitaarspecialist, maar ook nog eens een bijzonder handige notensmid, die onbekommerd stijlen uit verheven en banale muziek dooreenklutst tot een goedklinkend geheel.

Ouderwets hard en hoekig is Loopstate van Huib Emmer, voor de combinatie van het Radio Kamer Orkest en het ensemble LOOS, met een glansrol voor gitarist Patricio Wang. Emmer zelf verzorgt elektronische interpolaties, die het stuk wat brokkelig maken, maar dat mootjeskarakter past wel bij de gehanteerde stijl, en speciaal basklarinettist Peter van Bergen en slagwerker Johan Faber van LOOS vormen een trait d'union tussen gitaar en orkest.

Een muzikale aardverschuiving valt niet te verwachten van dit HF-initiatief, maar het is een aardige poging de elektrische gitaar een nieuwe impuls toe te dienen.


© Frits van der Waa 2006