de Volkskrant van 31-07-2003, Pagina 14K, Kunst katern, Recensie
Trouw aan de barok
Splendore di Roma: werken van Kapsberger, Mazzochi, Michi, Landi en Rossi. Johannette Zomer, sopraan en Fred Jacobs, theorbe. Channel Classics.
Van Johannette Zomer, de meest gevierde sopraan uit de garde van jonge zangers, valt nog veel te verwachten. Ze zong de laatste jaren onder meer in opera's van Verdi, Strauss en Ligeti, maar ze is de barokmuziek (die ze zelf haar 'moedertaal' noemt) altijd trouw gebleven. Op haar nieuwe cd, Splendore di Roma, is te horen dat ze inderdaad een geweldige feeling heeft voor dit repertoire.
Hoewel de zeventiende-eeuwse 'arie' bijna allemaal over de geneugten en vooral de smarten van de liefde gaan, weet Zomer in elk lied weer een nieuwe, toepasselijke kleur en stemming op te roepen, mede dankzij haar nauwlettende aandacht voor de tekst. Nu eens klinkt ze smachtend, dan weer uitbundig, nu eens onschuldig, dan weer verbitterd, maar ondanks die vocale metamorfoses blijven dictie en timbre altijd volkomen naturel.
Het zijn kleinoodjes met een veelal korte adem, deze werken van componisten als Landi, Rossi en Michi, maar er gaat een grote charme van uit. Spoglie che fosti is bijna een evenknie van het veel bekendere Dido's Lament van Purcell. Dit alles wordt ondersteund en gekruid door het even aandachtige als gevoelvolle theorbe-spel van Fred Jacobs, die zeer terecht tevens als solist te horen is in een een vijftal werken van de befaamde luitist en componist Johann Hieronymus Kapsberger. Ook de opname is om door een ringetje te halen.
A songbook for Isabella. Musica Antiqua of London o.l.v. Philip Thorby. Signum.
In het Italië van omstreeks het jaar 1500 floreerde de muziek alom, maar in de persoon van Isabelle d'Este, de echtgenote van Francesco Gonzaga, de hertog van Mantua, had ze wel een heel bijzondere schutspatroon. Isabella (1474-1539) verzamelde musici en muziekinstrumenten om zich heen, en speelde zelf de viola, toen het nieuwste van het nieuwste.
Philip Thorby, leider van het Londense gezelschap Musica Antiqua, heeft op de cd A Songbook for Isabella een collectie muziekstukken bijeengebracht die in die tijd aan het hof van Mantua hadden kunnen klinken. Het is een bonte verzameling, die reikt van een devoot Kyrie tot burleske dansjes. Van veel van deze stukken is de auteur niet bekend, maar er is ook muziek bij van Heinrich Isaac, Alexander Agricola en de gevierde Josquin Desprez.
Het is jammer dat Musica Antiqua met mezzo Clare Wilkinson maar één vocalist in huis heeft. Wilkinsons stem is aanganaam om naar brille te luisteren, maar ze heeft niet de brille van een Johannette Zomer. Niettemin zorgen de instrumentalisten voor de nodige afwisseling, veelal in homogeen bezette consorts van violas, blokfluiten, en in één geval kromhoorns.
J. S. Bach: The Art of Fugue (versie 1742). Pieter Dirksen, klavecimbel. Bona Nova.
Klavecinist en musicoloog Pieter Dirksen laat zich geen oor aannaaien. Al in 1994 verwees hij in een wetenschappelijk artikel de verschillende verhalen die de ronde doen over Bachs Die Kunst der Fuge naar het rijk der fabelen. Zo toonde hij aan dat Bach al in 1742 een eerste versie componeerde, en aangezien hij een man van de praktijk is heeft hij die bevindingen nu ook in klinkende vorm gegoten.
Het is een interessante cd, niet alleen omdat de onderlinge volgorde van de stukken heel anders is dan te doen gebruikelijk, maar ook omdat Dirksen de muziek heeft ontdaan van de correcties en veranderingen die Bach in een later stadium heeft aangebracht. In sommige gevallen gaat het slechts om een nootje hier of daar, elders is het verschil ingrijpender, zoals die ene fuga waarin Bach doorlopende achtsten noteerde, waar hij later gepuncteerde figuren van maakte. En de Fuga contraria per augmentationem et diminutionem uit 1742 is, op het thema na, volkomen verschillend van de omgewerkte versie uit 1747. Doordat Dirksen ook de in dat jaar toevoegde stukken heeft opgenomen biedt de cd niet één, maar zelfs twee proto-versies van Bachs zwanenzang. Dirksen is misschien niet de meest bevlogen klavecinist, maar hij bepleit zijn zaak met kracht, en bij vlagen met zwier.
© Frits van der Waa 2006