Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 08-09-2003, Pagina 11, Kunst, Recensie

Vrijmoedigheid maakt van Oude Muziek een feest

Holland Festival Oude Muziek Utrecht.

Het tweeëntwintigste Festival Oude Muziek Utrecht heeft 50 duizend bezoekers getrokken, evenveel als vorig jaar. Desondanks zijn de verschillende concerten beter bezocht en waren volle zalen aan de orde van de dag, omdat het programma iets minder optredens bevatte.

De jaargang 2003 roept meer dan ooit de vraag op wat nu eigenlijk onder oude muziek moet worden verstaan. Gaat het om delven in het verleden, of veeleer om een nieuwe vorm van de pioniersgeest die de oude-muziekbeweging voorheen kenmerkte? In zijn zaterdag uitgesproken Nationale Oude Muziek Lezing wijst Nicholas Kenyon, directeur van de BBC Proms, erop dat de verworvenheden van de oude-muziekbeweging intussen intens verweven zijn geraakt met de algemeen heersende stijlopvattingen: 'Dirigenten als Haitink, Abbado en Jansons, die voorzover ik weet nooit met historische instrumenten hebben gewerkt, zijn desondanks diepgaand beïnvloed door de texturen, de klankverhoudingen, de tempi, de transparantie en de articulatie van de historiserende muziekpraktijk.' Kenyon vraagt zich daarom zelfs af of een apart Festival voor oude muziek nog wel zin heeft.

Dergelijke gedachten zullen ook programmeur Jan Van den Bossche niet vreemd zijn geweest. Niet eerder was er zo veel eigentijdse muziek te horen in het festival.

Het optreden van het Bl!ndman saxofoonkwartet spant wat dat betreft de kroon. In de bijna duizend jaar oude Pieterskerk heeft het viermanschap een futuristisch, uit ijzeren plaatwerk opgetrokken gevaarte opgesteld, dat gekroond gaat met vier periscoop-achtige uitsteeksels waarin luidsprekers verborgen zitten. Deze Athanar, een ontwerp van beeldhouwer Koenraad Tinel, weegt een halve ton en is een combinatie van een vierzijdige muziekstandaard en een klankstudio. In zijn programma Multiple Voice verbindt Bl!indman muziek van oude componisten als Perotinus, Ciconia en Josquin met hedendaagse stukken van Jonathan Harvey, Thierry De Mey en ensembleleider Eric Sleichim. En dat werkt. Spectaculair is de elektronische vermenigvuldiging van vier naar 32 stemmen in een canon van Ockeghem. Een nadeel is wel dat alle stukken overdekt zijn met een gelijkschakelende galmsaus.

Verfrissend in traditionele zin was het optreden van de oorspronkelijk Oostberlijnse Akademie für Alte Musik, dat zich verdiept heeft in de opmerkelijke overgangsperiode tussen het barokke en het klassieke idioom, zo omstreeks 1750, waarin de componisten aan het pionieren sloegen. De Sturm und Drang-stijl, gekarakteriseerd door krasse tegenstellingen, kwam vooral in een symfonie van de onbekende Franz Ignaz Beck fraai voor de dag. Ondanks de soms hard blaffende hoorns is het spel uitmuntend, rijkgeschakeerd van kleur en dynamiek, gevoelvol en accuraat.

De composities van Baldassare Galuppi, die vrijdag een uitvoering beleefden bij het ensemble Il Seminario Musicale, stammen uit hetzelfde tijdperk, maar zijn daarbij vergeleken erg braaf.

Beduidend oneerbiediger was het optreden van het Egidius Kwartet, dat er niet voor terugdeinst een vroom Maria-motet te flankeren met scabreuze liedjes. Maar de beste traktatie kwam van het toetsentrio Skip Sempé, Olivier Fortin en Pierre Hantaï, dat een reeks vroege Engelse klavierstukken bewerkt heeft voor de combinatie van twee klavecimbels en een virginaal. Het klankbad waarop ze hun gehoor vergastten was van een ongekende warmte, en hun benadering, hoe vrijmoedig ook, is tegelijkertijd stijlzuiver. Zulke clubs, die van een concert een feestje weten te maken, zijn onontbeerlijk voor een festival.

Volgend jaar heeft het festival het muzikale meningsverschil als verbindend thema, een vruchtbaar onderwerp dat reikt van de controverses tussen Monteverdi en Artusi tot die tussen Brahms en Wagner. De centrale componist wordt Heinrich Ignaz Franz von Biber. Het is te hopen dat er ook weer een paar van die kwajongens van de partij zijn.


© Frits van der Waa 2006