Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 15-09-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie

Propagandistische waarde Prokofjev staat diepgang in de weg

Rotterdam Philharmonic Gergjev Festival. 12-14 september, De Doelen, Rotterdam.

Mannetje aan mannetje zaten de musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Mariinski Theater zondagmiddag op het podium van de Rotterdamse Doelen, gereed voor de uitvoering van Prokofjevs Zesde Symfonie. Maar eer het zo ver was, kwam RPhO-voorzitter Sylvia Tóth een reeks blijde boodschappen verkondigen. Behalve dat het achtste Gergjev Festival meer bezoekers heeft getrokken dan vorig jaar, hebben het RPhO en zijn cheftornado Valeri Gergjev afgesproken dat ze de samenwerking ook na 2005 zullen voortzetten. En de volgende jaargang van het festival heeft als thema De wereld van Tsjaikovski.

Tien dagen lang heeft het Rotterdamse publiek zich gewenteld in de muziek van Prokofjev. Het slotconcert was een daverend succes, zowel de ter lof en eer van de communistische partij gecomponeerde werken als de Zesde Symfonie uit 1947, waarin Prokofjev veel persoonlijk hartenbloed gegoten heeft. Dat klinkt meteen al door in de wrange verschuivende harmonieën waarmee het stuk opent. Niet lang daarna introduceert Prokofjev een pendelende tertsbeweging, een meedogenloos getiktak dat in verschillende gedaanten nagenoeg de hele, drie kwartier durende compositie blijft beheersen. In zijn magistrale uitvoering combineerde Gergjev een uitgebalanceerd klankbeeld met een dynamiek van een enorme reikwijdte.

Hoewel zijn pleidooi voor Prokofjevs ideologische composities al even vlammend was, kon hij niet verdoezelen dat werken als Het jaar 1941, Ode aan het einde van de oorlog, en zelfs de uit 1944 stammende Vijfde Symfonie gebukt gaan onder de majeurdrieklank, brede hymnische bewegingen en zwaar aangezette, pompende en ronkende baslijnen. De propagandistische waarde lijkt hier de diepgang in de weg staan.

Ook de Zevende Symfonie is vergeleken met zijn voorganger een werk waarin de inspiratie niet altijd even rijkelijk heeft gevloeid. Na het eerste deel slaat een bijna onbenullige goedmoedigheid toe. De uitvoering van vrijdag door het orkest van het Mariinski Theater betekende tevens de vuurdoop voor de 33-jarige Otto Tausk, die met ingang van dit seizoen benoemd is tot Gergjevs assistent. Tausk drukt niet zo sterk zijn eigen stempel op de muziek als zijn baas, maar hij betoonde zich een waakzaam dirigent die zijn zaakjes kent. Vooral in de Eerste 'Klassieke' Symfonie en vooral in de brutale klanken van de Chout-suite legde hij evenveel lef en zelfvertrouwen aan de dag als de jonge Prokofjev – toen nog – durfde op te brengen.


© Frits van der Waa 2006