de Volkskrant van 17-11-2003, Pagina 10, Kunst, Recensie
Wullur kent gamelan als haar broekzak
Carte Blanche voor Sinta Wullur. Rode Hoed en IJsbreker Amsterdam (14 t/m 16/11).
Langs tientallen grote en kleine koperen gongketels banen roodgeschminkte zangers met schitterende hoofdversiersels in wajangstijl zich een weg. Het is vol in De Rode Hoed, want behalve aan het gamelanorkest moet de speelvloer ook plaats bieden aan een koor, een strijkkwartet, en nog een handvol musici. Dat alles is nodig voor de The Golden Deer van Sinta Wullur, een opera in wording naar het Indiase epos Ramayana.
Ziedaar het hoogtepunt van Gamelan Movements & Voice Expeditions, het festival waarmee Vrouw en Muziek de 45-jarige componiste in het zonnetje zette.
De stem, de gamelan, en de verbindingtussen muzikale culturen, dat zijn de belangrijkste factoren in het werk van Wullur, die de eerste tien jaar van haar leven in Indonesië doorbracht. In 1995 verrichtte ze een historische daad door een chromatisch gestemde gamelan te laten bouwen, die dus gecombineerd kan worden met westerse instrumenten. Daartoe richtte ze in datzelfde jaar het Ensemble Multifoon op.
De festivalingrediënten waren goed gekozen. Workshopdeelnemers konden zich verdiepen in gamelanspel en niet-westerse vocale technieken. Bij het aan dat laatste thema gewijde concert maakte vooral de Bulgaarse Galina Durmushliyska furore met haar indringende zang en opzwepende Balkanritmes. Innemend was ook Jannie Pranger met haar vertolking van Wullurs Coloured Voices, waarin de componiste aanvankelijk in het spoor van Berio's Sequenza lijkt te treden, maar daar vervolgens, met fantasie-Gregoriaans en allerlei verkleurende klinkers een heel andere draai aan geeft. Dit eenstemmige werk is een uitzondering in het oeuvre van Wullur, waarin juist de samenklank en het dooreenvlechten van muzikale lagen een belangrijke rol speelt.
Haar operaproject is daarvan het meest overtuigende voorbeeld. Wullur combineert westerse harmonieën met oosterse texturen, en laat de klanken van de gamelan behendig versmelten met die van strijkers, basklarinet en marimba. Hoewel verduidelijkt met tekstprojectie, kwam het verhaal door de concertante vorm niet helemaal uit de verf, maar de zangers van het Nederlands Vocaal Laboratorium en het Hollands Vocaal Ensemble Amsterdam legden in elk geval dramatiek in hun voordracht.
Dat Wullur als geen ander vertrouwd is met het gamelan-instrumentarium bleek wel uit de nieuwe, voor Multifoon geschreven composities van Barbara Woof, Ana Mihajlovic en Keyla Orozco, die nogal bleekneuzig bij het werk van Wullur afstaken. Al was Orozco's verwerking van Cubaanse marktventersroepen geestig.
Mannelijke componisten kwamen er niet aan te pas in deze driedaagse, met uitzondering van Wullurs partner Jan Rokus van Roosendael, die in zijn nieuwe Magnificat voor sopraan, viool, cello en piano een wat merkwaardige collectie van soms nogal oudbakken stijlfiguren bijeenschikt. Young-Hee Kim bracht met haar vlammende vertolking gelukkig enige verzoening teweeg.
© Frits van der Waa 2006