de Volkskrant van 26-02-2004, Pagina 15, Kunst, Recensie
'Kleine Bosatlas' wat te dunnetjes
Werk van Loevendie, Kim, Bjarnason en Nieder. Door het Nieuw Ensemble, Ziggurat en gasten o.l.v. Atrjom Kim en Fabio Nieder. 24 februari, Paradiso, Amsterdam. Herhaling: Groningen (26/2).
Ruim een jaar geleden baarde het Atlas Ensemble opzien met een programma met nieuwe stukken, geschreven door componisten van de meest uiteenlopende pluimage, waarin het westerse klankpalet werd verrijkt met de rijkdom van allerlei in hoofdzaak Aziatische instrumenten. Dat project heeft nu een vervolg gekregen met De kleine Bosatlas, waarvoor het Nieuw Ensemble de Nederlandse 'kern' van het Atlas Ensemble de handen ineengeslagen heeft met het gelijkgestemde ensemble Ziggurat.
De titel De kleine Bosatlas geeft al aan de ambities in dit geval wat bescheidener zijn, en helaas geldt dat ook voor de muzikale opbrengst. Vooral het laatste onderdeel van de avond, De Stem van de Italiaan Fabio Nieder, is teleurstellend. De compositie, een meerdelig werk met veel dun uitgesmeerde pling-geluiden, kwispelende boventonen en meeroepende musici, is magertjes. Waar Nieder nou zes exotische instrumenten voor nodig had blijft volkomen onduidelijk. Hij laat de schitterende klanken volkomen links liggen: de erhu en de kemençe spelen letterlijk de tweede viool en zelfs de penetrante klank van de sheng en de sho, twee oriëntaalse mondorgels, wordt ontkracht door het al te aanverwante timbre van een accordeon.
De tegenpool van Nieders zeurstuk is Five Chinese Poems van de jonge IJslandse componist Daniel Bjarnason, die op een originele manier de timbres van fluit en hobo weet te vermengen met dat van de sheng, en daaruit, met wringende glissandi en kwarttonen en al, mooie, licht weemoedige muziek peurt.
Artjom Kim, een eveneens nog jonge componist uit Oezbekistan, weet in zijn Rag Music de contrasten tussen Europese en Aziatische instrumenten goed uit te buiten. Daarentegen is de opzet van zijn muziekstuk, dat zich op basis van een thema dat doet denken aan Paint it black van de Rolling Stones ontwikkelt van een sjirpende nachtmuziek tot een climactisch tutti, aan de naïeve kant.
Ook Ziggurat van Theo Loevendie, ten gehore gebracht door het gelijknamige, voor deze gelegenheidgeformeerde ensemble, haalt het niet bij Seyior, dat hij destijds voor het Atlas Ensemble schreef. Er zijn bijzondere momenten, zoals de verbijsterende mix van basblokfluit, viola da gamba en de Arabische kanun, en Loevendie weet de veelzijdigheid van jazzzangeres Christina Fuchs tot op het bot te benutten. Desondanks heeft deze zevendelige suite, die tussen de bedrijven door op informele toon werd toegelicht door de componist, een veel te losbladig karakter.
Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat de kruisbestuiving tussen Oost en West geen vruchten zal kunnen dragen. Tijdens het komende Holland Festival, waarin het Atlas Ensemble twee programma's zal uitvoeren, krijgt het idee in elk geval een herkansing.
© Frits van der Waa 2006