Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 18-03-2004, Pagina 17, Kunst, Recensie

Een briljant operaatje van Milhaud

Werk van Zuidam, Jeths en Milhaud, door het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 16 maart, Paradiso, Amsterdam. Radio 4: 26/5, 20.00 uur.

Het schrijven van een opera is voor menig componist de kroon op het werk, een ultieme wensdroom. Niet zo vreemd, want de verbinding van theater en muziek is al minstens vierhonderd jaar een buitengewoon krachtige. Tegelijkertijd is het een heikele onderneming, want zo'n opera moet natuurlijk wel op de planken gebracht worden, en daar kunnen jaren overheen gaan – als het al lukt.

Componist Willem Jeths zal dan ook tevreden zijn geweest dat Pierre Audi, de artistiek leider van de Nederlandse Opera – binnenkort ook van het Holland Festival – dinsdag aanwezig was in Paradiso, waar het Schönberg Ensemble een voorproefje bracht van zijn eerste opera, Hades' Wane.

De librettist van Hades' Wane is Friso Haverkamp, inmiddels een man van betekenis in de Nederlandse operawereld. De onderwerpkeuze weerspiegelt zijn voorliefde voor halfvergeten figuren uit de wereldgeschiedenis: Hades' Wane handelt over Tz'u Hsi, de laatste keizerin van China, die in 1908 zelfmoord pleegde. Haverkamp laat haar in een droomtoestand verliefd worden op Cheng, die in 221 voor Christus de eerste keizer van China werd.

Het surrealisme van dit gegeven krijgt een fraaie pendant in de muziek van Jeths, die altijd op zoek is naar nieuwe klankkleuren en timbres. Zo bevat de hier gepresenteerde openingsscène het spookachtige geluid van gewreven kristallen glazen, dorre pizzicati met een onmiskenbaar Chinese toonzetting, en indrukwekkende slagen op een metershoge tamtam. Ook de zangers moeten grenzen verkennen, met boventoonzang en speciale vibratotechnieken.

Vrolijke muziek is het niet, wat gezien de gemoedstoestand van de hoofdpersoon begrijpelijk is. Belangrijker is evenwel dat Jeths erin slaagt om twintig minuten lang de spanning vast te houden, door een geraffineerde exploratie van tonen, die uitgroeien tot melodische lijnen, waaruit vervolgens harmonieën voortkomen. De afwisseling tussen gestolde en beweeglijke klanken is opmerkelijk goed gedoseerd. Sopraan Susan Narucki en bas Hubert Claessens, beiden geschminkt en uitgedost in lange gewaden, kweten zich met verve van hun taak. Vooral Narucki maakte indruk met haar hoog opflakkerende vocalen.

Ook de rest van het programma stond in het teken van de opera. Het Schönberg Ensemble opende met een uitvoering van de suite die Rob Zuidam distilleerde uit zijn tien jaar geleden gecomponeerde Freeze. Hoewel het vitale muziek blijft, werd Zuidams werk op dat punt ruimschoots overtroffen door Les malheurs d'Orphée, het briljante operaatje dat Darius Milhaud in 1924 componeerde. Naast Narucki, opnieuw schitterend als Eurydice, en bariton William Dazely, die glans legde over de zoetvloeiende lijnen van Orphée, stond een sextet dat dieren en dorpelingen verklankte. De gelaagde samenklanken, nu eens gonzend, dan weer bitter, kregen onder handen van de musici en dirigent Reinbert de Leeuw een grote gedrevenheid en een beeldende kracht, die Audi op zijn minst op gedachten over een mogelijke enscenering moet hebben gebracht.


© Frits van der Waa 2006