de Volkskrant van 18-03-2004, Pagina K19, Kunst Katern, Recensie
Toegankelijk en virtuoos
Mieczyslaw Weinberg: Symphonies, Vol. 1. National Polish Radio Symphony Orchestra, Katowice o.l.v Gabriel Chmura. Chandos.
Geen componist heeft de afgelopen kwart eeuw postuum weliswaar zo'n enorme zegetocht door de concertzalen gemaakt als Dmitri Sjostakovitsj. Voor degenen die intussen een beetje uitgeluisterd raken op zijn symfonieën en strijkkwartetten is er een geheimtip: het werk van Mieczyslaw Weinberg (1919-1996), een van oorsprong Poolse componist die in 1939 in Rusland terechtkwam en daar goed bevriend raakte met Sjostakovitsj. Weinberg schreef onder meer zeventien strijkkwartetten en tweeëntwintig symfonieën. Onlangs verscheen een cd met de Vijfde Symfonie uit 1962 en Sinfonietta nr. 1 uit 1948. Het is een goed begin, dankzij de inspanningen van het National Polish Radio Symphony Orchestra uit Katowice onder zijn chefdirigent Gabriel Chmura, en in het bijzonder dankzij de kwaliteit van Weinbergs muziek.
Vooral de Vijfde doet met zijn wat kale thematiek en nogal stugge ritmes denken aan Sjostakovitsj, maar Weinbergs muziek straalt meer plezier en minder wrangheid uit, en de dramaturgie is totaal anders. Merkwaardig in deze symfonie zijn de pendelbewegingen die in alle delen opduiken en soms zelfs alles overheersen, en het doelbewust afzien van climaxwerkingen. Niet dat er geen hoogtepunten zijn, maar daarop volgt steeds weer een wegebben in het bijna-niets, wat minstens zo spannend is.
De Sinfonietta, die gebaseerd is op joodse thema's (Weinberg was zelf joods) is een toegankelijk en virtuoos orkestwerk, waarin ondanks de spetterende finale dikwijls die typisch onderkoelde toon van Weinberg doorklinkt.
Tigran Mansurian: Monodia. Kim Kashkasian, Leonidas Kavakos, The Hilliard Ensemble, Jan Garbarek, Münchener Kammerorchester o.l.v. Christoph Poppen. ECM New Series.
De uithoeken van de voormalige Sovjet-Unie zijn een belangrijke toeleveringsbron van 'spirituele' muziek, maar uit het werk van de Armeense componist Tigran Mansurian (1939) spreekt een spiritualiteit die niets zweverigs heeft. De belangrijkste pleitbezorgster op deze dubbel-cd is de Armeense altvioliste Kim Kashkasian, die in drie van de vier werken een hoofdrol vervult. Ook zijn saxofonist Jan Garbarek en het Hilliard Ensemble van de partij.
De cd heeft als titel Monodia, en dat is adequaat gekozen, want Mansurian is een meesterlijk melodicus. Uit kleine cellen spint hij voortdurend gevarieerde, maar coherente lijnen met een schitterende opbouw, die hier en daar uitmondt in schijntweestemmigheid. Zowel in Mansurians altviool-als zijn vioolconcert is de rol van het Münchener Kammerorchester dan ook uitgesproken bescheiden. Het duet Lachrymae, waar Kashkasian en Garbarek elkaar omcirkelen in oriëntaalse toonschalen, is ondanks zijn lengte van slechts zeven minuten, het mooiste van de vier. Maar ook Confessing with Faith, met zijn quasi-middeleeuwse gezongen terzetten, is een indringend stuk muziek, en een fraai besluit van dit componistenportret.
Between Nightbar and Factory: werk van Koolmees, De Raaff, Tsoupaki en De Kemp. Doelenensemble o.l.v. Jurjen Hempel, Arie van Beek en Lucas Vis. NM Classics.
De vier Nederlandse componisten die het Doelenensemble op deze cd bijeenbrengt zijn allen omstreeks de veertig, maar hebben verder weinig gemeen. De blijmoedig kwekkende blazers en de blikslagers in Hans Koolmees' Tentet zijn lichtjaren verwijderd van de extreme ijlheid en de onderhuidse stuwing die Robin de Raaff bewerkstelligt in zijn Der Einsame im Herbst. Calliope Tsoupaki's Echoing Purple heeft een iriserende doorschijnendheid, maar door het twintig minuten lang uitbenen van hetzelfde materiaal lijdt het ook aan anemische momenten. Het werk waaraan de cd zijn titel ontleent, Between Nightbar and Factory van Bart de Kemp, borduurt een kwartier lang voort op hetzelfde harmonische fundament, en bezorgt daarmee deze prijzenswaardige collectie een teleurstellend besluit.
© Frits van der Waa 2006