de Volkskrant van 29-03-2004, Pagina 13, Kunst, Recensie
Artemis Kwartet huiveringwekkend
Werk van Schumann en Schnittke. Door Leif Ove Andsnes en het Artemis Kwartet. 27 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 9/4, 10.30 uur.
Weeklagend als geteisterde zielen hielden de vier strijkers van het Artemis Kwartet zaterdag het publiek in de Amsterdamse Kleine Zaal in de ban, terwijl pianist Leif Ove Andsnes tegelijkertijd een verwrongen walsje op het verkeerde been zette. Hun vertolking van Alfred Schnittkes Pianokwintet was ronduit huiveringwekkend: schroeiende clusters, geknepen kwarttonen, omfloerste dissonanten en tot slot een bijna naïef tinkelmelodietje in de piano dat de vermoorde onschuld speelde terwijl de strijkers volhardden in verduisterde tonen.
Schnittkes kwintet, dat hij componeerde in de jaren 1972-76, naar aanleiding van de dood van zijn moeder, is met hartenbloed geschreven, maar er zijn musici van dit kaliber voor nodig om het werk zo'n navrante spanning te geven. Dat kwam allereerst op het conto van Andsnes' perfecte dosering van de langgerekte crescendi en decrescendi, die dikwijls één voortdurend herhaalde toon betreffen. Het concert van Andsnes en Artemis was het laatste in de serie 'Gemengd Dubbel', waarin het Concertgebouw boeiende muzikantencombinaties presenteert, maar ook het eerste van een kleine serie waarin Andsnes de spil is. Volgende week is de 33-jarige Noor terug met een kamermuziekprogramma, en op 15 april begeleidt hij Ian Bostridge.
Naast Schnittkes kwintet klonken twee werken van Robert Schumann, die in Andsnes' serie een centrale plaats inneemt. In het Derde Strijkkwartet liet het Artemis Kwartet horen dat het zowel de stoere taal als de lichtvoetige klankpoëzie van Schumann volledig in de vingers heeft. Opvallend is de versmolten klank van het ensemble, waarbij de tweede violist zijn instrument naar believen als een alt, en de altist het zijne als een cello laat klinken, zodat het spectrum als geheel een fraai continuüm vormt, waaruit elke speler waar nodig toch als individu naar voren komt.
Grote intensiteit kenmerkte ook de uitvoering van Schumanns Pianokwintet, zowel in de woelige delen als in de gedragen treurmars van het tweede deel. Andsnes leverde het fundament, met koel en helder, bijna zakelijk pianospel, wat hem niet belette van tijd tot tijd muzikale raketjes af te schieten, flemende lijnen neer te leggen, of in de diepte te borrelen als een lavabron.
De vier strijkers namen veeleer de lyriek en de passie voor hun rekening die Schumann er behoorlijk dik op legt. Hoewel de geluidsdruk dikwijls tot stormkracht aanzwol, handhaafde het muzikantenverbond een bijzonder hecht samenspel, waarin uiteindelijk ook puur plezier in het musiceren doorklonk. Hoewel het een grootse vertolking was, kon het vijftal de verpletterende indruk die het eerder met Schnittkes muziek gemaakt had niet evenaren.
© Frits van der Waa 2006