de Volkskrant van 21-04-2004, Pagina 17, Kunst, Recensie
Troostrijke klanken van Elgar
The Dream of Gerontius van Edward Elgar. City of Birmingham Symphony Orchestra and Chorus o.l.v. Sakari Oramo. 19 april, Concertgebouw, Amsterdam.
Links van het Concertgebouworgel zag het letterlijk zwart van de zangers. Minstens honderdvijftig leden telt het koor van het Birmingham Symphony Orchestra, en ze waren er maandag allemaal om het orkest en zijn chef Sakari Oramo bij te staan in hun uitvoering van Elgars oratorium The Dream of Gerontius. Bij het 'British Season' van het Concertgebouw mocht het orkest van Birmingham niet ontbreken: sinds 1980 is het door toedoen van dirigent Simon Rattle uitgegroeid tot een van Engelands meest vooraanstaande gezelschappen.
Bij de nog geen veertig jaar oude Oramo, de Fin die Rattle in 1999 opvolgde, is de klankcultuur hoorbaar in goede handen, getuige de aanvankelijk milde, bijna poezelige timbres van de strijkers, die onder zijn bedaarde slag opbloeiden tot een robuuste mixtuur met het hout en het koper. Ook in dynamisch opzicht is het orkest niet alleen rijk geschakeerd, maar vooral ook zeer wendbaar.
Elgars oratorium stamt uit 1900 en wordt in Nederland zelden uitgevoerd ten onrechte, want het is een bijzonder mooi stuk. Het eerste deel beschrijft het stervensproces van een oude man, wiens ziel in het tweede deel op weg gaat naar het hiernamaals. Thomas Randle, een tenor met een fraai, bijna baritonaal timbre, vertolkte de hoofdrol met innemende welsprekendheid, terzijde gestaan door de al even illuster zingende mezzo Jane Irwin en de nauwelijks minder imposante bas James Rutherford.
De meest hemelse klanken kwamen echter van het koor, dat geheel uit amateurs bestaat, maar zong op een niveau waar menig professioneel gezelschap een puntje aan kan zuigen. Beroepszangers zullen bovendien nooit zo'n lelieblank, engelachtig geluid kunnen produceren als de sopranen hier lieten horen.
Al met al is het een wonder wat een variëteit aan troostrijke, gelukzalige, devote en weldadige muziek Elgar uit het op zichzelf beperkte gegeven weet te halen. Toegegeven, de slotpassage duurt wat lang. Maar dat is natuurlijk niets vergeleken bij de Eeuwigheid.
© Frits van der Waa 2006