Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26-04-2004, Pagina 11, Kunst, Recensie

Componist Adès is nergens bang voor

Andriessen, Anderson en Adès, door het Asko/Schönberg Ensemble, Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest. O.l.v. Reinbert de Leeuw, Simon Halsey en Lawrence Renes. 24 april, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4; 27/4, 20.02 uur.

Een eenzame boeroeper gaf tijdens de Zaterdagmatinee extra kleur aan het applaus waarmee het Concertgebouwpubliek het Schönberg en het Asko Ensemble beloonde voor hun uitvoering van Louis Andriessens Mausoleum. Het is de vraag wat zijn afkeer veroorzaakt kan hebben. Mausoleum is op de kop af vijfentwintig jaar oud, en al vaak op de plaat verschenen. Hoewel het ontegenzeggelijk een ruwgebolsterd stuk is, is het dus wat laat om je daar druk over te maken.

Aan de uitvoering van Andriessens ode aan Bakoenin kan het ook niet gelegen hebben. Die had een grote felheid en spanning, vooral in de langdurige, rustige sectie die uitgroeit tot een mokerende opeenvolging van schroeiende akkoorden. Bijzonder was ook dat de baritonpartijen door twee Russische zangers gezongen werden, die hun tweezang uitdroegen met de schelheid van marktkooplieden. Dat was volkomen op zijn plaats, omdat Mausoleum meer dan enig ander werk van Andriessen te maken heeft met het op Russische volksmuziek geënte werk van Stravinsky.

Aanzienlijk zachtzinniger was Four American Choruses van de Engelsman Julian Anderson, een vorig jaar voltooid a cappellawerk vol weldadige wemelingen, die luisterrijk werden verklankt door het Groot Omroepkoor en dirigent Simon Halsey. Anderson schrijft zeer goed voor stemmen; ondanks de soms indrukwekkende klankstapelingen is het melodische verloop van de stemmen opvallend vloeiend. Vermakelijk is de aanblik van het tweede deel, waarvoor drie hulpdirigenten uit het koor naar voren traden, omdat de vier stemgroepen in verschillende tempi moeten zingen.

Met America, A Prophecy van de in 1971 geboren Engelse Thomas Adès kreeg het concert een spectaculair besluit. Adès is nergens bang voor, getuige de enorme verschuivingen in zijn in 1999 gecomponeerde klaagzang op de ondergang van de Mayacultuur. Hij klutst uiteenlopende pulserende lagen door elkaar, en wisselt tumult af met verstilde momenten. Lawrence Renes leidde het Radio Filharmonisch Orkest en het Omroepkoor met vaste hand door de partituur. De glansrol was voor mezzo Susan Bickley, die de apocalyptische teksten met haar bijna jongensachtig timbre een ontroerende en daarmee navrante onschuld verleende.


© Frits van der Waa 2006