de Volkskrant van 22-06-2004, Pagina 19, Kunst,
Mondriaan Kwartet maakt theater met duivelse muziek
Over de Duivel en de Dood. Mondriaan Kwartet i.s.m. Orkater. Gehoord op 20 juni, Nieuwe de La Mar Theater, Amsterdam. Herhaling: 27 en 28 juni.
'Ach, het is maar weinig, de dood', zingt sopraan Claron McFadden helemaal aan het slot van Bovary Chante, en om dat te benadrukken sterft de muziek weg in ijl getokkel, dat aangrijpend is in zijn kaalheid. Tegelijkertijd wordt het podium gaandeweg gehuld in een steeds stralender licht: de dood is hier een verlossing.
Bovary Chante, een nieuwe compositie van Klaas ten Holt op tekst van Carel Alphenaar, maakt deel uit van het programma Over de Duivel en de Dood, dat het Mondriaan Kwartet uitvoert in samenwerking met Orkater. De voorstelling is aangekondigd als een 'theatraal concert', maar afgezien van dat subtiele lichtspel ligt het theater besloten in de muziek zelf. De combinatie van Ten Holts Bovary-monoloog met Guus Janssens vestzak-opera Faust's Licht levert een heel mooie double-bill op, en de zinderende muziek van Chiel Meijerings Kiss of Fire is daarvoor een perfecte ouverture: een perpetuum mobile voor vier strijkers dat vijf minuten duurt, maar voor hoogspanning zorgt.
Faust's Licht stamt oorspronkelijk uit 1985 en is een van de eerste proeven van de succesvolle samenwerking tussen Janssen en librettist Friso Haverkamp. Het stuk is enige malen gereviseerd en gereduceerd tot een concertante versie. In lapidaire, maar krachtige taal vertelt Haverkamp zijn eigen, licht-absurdistische versie van het Faust-verhaal. De muziek die Janssen daarbij heeft gecomponeerd, een brokkelige, maar consequent toegepaste stroom van leidmotieven, is al even spaarzaam en past als een handschoen om de teksten. Spreker Gijs Scholten van Aschat zet Haverkamps woordenspel met een perfecte timing neer, maar de glansrol is weggelegd voor McFadden, die maar liefst vier personages vertolkt, waaronder een jongetje en een sprekende hond.
Het verhaal van Bovary Chante, een gecondenseerde versie van Flauberts roman, is helaas minder goed te volgen, en ook de muziek van Ten Holt is minder dwingend dan die van Janssen. Toch blijft ook dit werk boeien, allereerst door de stralende zang van McFadden, maar ook doordat Ten Holt het strijkkwartet heeft uitgebreid met een cymbalon, bespeeld door Michiel Weidner.
Hoe het verder moet met het Mondriaan Kwartet is onzeker, nu de Raad voor Cultuur heeft geadviseerd om de subsidie met 70 procent te korten. Dat is een bedroevend en onverdiend besluit. Want weliswaar dreigt het Mondriaan Kwartet na twintig jaar trouwe dienst in kwalitatief opzicht voorbijgestreefd te worden door jonge, ambitieuze ensembles als het Matangi Kwartet, er is geen ander kwartet dat zich met zoveel ijver inzet voor de nieuwe Nederlandse muziek. Als het advies wordt gevolgd, ziet het ernaar uit dat bijzondere producties als deze onmogelijk worden.
© Frits van der Waa 2006