Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 24-07-2004, Pagina 13, Kunst, Recensie

Dreigende basnoten, fraai geneuzel en groots trommelvuur

Haarlems Orgelfestival, Orgel-improvisatieconcours, Sint-Bavokerk, Haarlem.

Er hangt altijd een sluier van geheimzinnigheid om de finale van het Orgel-improvisatieconcours, dat dit jaar voor de 45ste maal is gehouden in Haarlem. Het publiek, en ook de juryleden, weten niet wie van de vier kandidaten ze te horen krijgen.

Na twee voorrondes zijn er op donderdag van de negen deelnemers nog vier over. Precies om kwart over acht klinken uit de pijpen van het twintig meter hoge Müller-orgel in de Sint-Bavokerk de twee thema's waarmee de finalisten het moeten doen. Componist Jacques Bank heeft het ze niet makkelijk gemaakt. Beide thema's, het ene bedaard, het andere snel, zitten vol weerbarstige sprongen en chromatische weerhaakjes. De organisten hebben ze slechts een uur voor aanvang van het concert onder ogen gekregen. De opdracht: een kwartier spelen, waarbij ze mogen kiezen of ze de thema's afzonderlijk of gecombineerd gebruiken.

De eerste speler (naar achteraf blijkt de 23-jarige Nederlander Gerben Mourik) komt er aardig mee weg, al legt hij de thema's dikwijls in zo'n laag register dat de toonhoogte nauwelijks meer hoorbaar is. Mourik woelt mixtuurslierten door zijn pedaalspel, laat het orgel zijn keel schrapen, en besluit zijn improvisatie met groots trommelvuur.

Kandidaat B kiest als als enige voor twee afzonderlijke improvisaties, en verliest de thema's eigenlijk geen moment uit het oog. Thema 1 wordt omringd door lieflijke fluitmotiefjes en dreigende basnoten, en thema 2 gaat op een interessante manier met zichzelf op de loop, waarna een parcours volgt dat via fraai geneuzel en dansante figuurtjes uitloopt op een schroeiend slotakkoord.

De kandidaten C en D (de Hongaar Robert Kovács en de Duitser Nikolai Gersak) maken er elk op hun eigen manier een orgelshow van, met mooie registercombinaties, bubbelende nootjes en zelfs een opzwepende swing, maar de thema's komen vooral in flarden aan bod en raken soms zelfs helemaal zoek.

De jury trekt zich terug voor het slotberaad, dat niet veel tijd in beslag neemt. In het koor van de kerk onthult Ewald Kooiman, voorzitter van het Haarlemse orgelfestival, de identiteit van de vier spelers, en kondigt dan aan dat er één bij was die in alle opzichten boven de anderen uitstak. 'En haar naam is. . . ' – Kooiman krijgt door het applaus niet eens de kans zijn zin af te maken. Kandiaat B, de 26-jarige Zuzana Ferjenciková uit Slowakije, was immers de enige organiste onder de finalisten. Haar improvisatiekunst, waarmee ze al eerder prijzen in de wacht sleepte, wordt beloond met een bedrag van 4500 euro en uitnodigingen voor diverse concerten. Maar Kooiman heeft nog iets bijzonders te melden: 'Het is voor het eerst dat het improvisatieconcours gewonnen is door een vrouw.'


© Frits van der Waa 2006