de Volkskrant van 30-07-2004, Pagina 12, Kunst, Recensie
Spectaculair gejubel van gevierde Kozena
Werken van Händel, door Magdalena Kozena en Les Violons du Roy, o.l.v. Bernard Labadie. 28 juli, Concertgebouw, Amsterdam.
In een lange jurk met een grote sleep die haar nog rijziger en slanker maakte dan ze al is, daalde Magdalena Kozena de trappen naar het Concertgebouwpodium af. De Slowaakse mezzosopraan, hoewel nog maar eenendertig jaar oud, is al bijna tien jaar een gevierde zangeres.
Samen met het Canadese barokorkest Les Violons du Roy bracht ze een programma dat geheel gewijd was aan de muziek van Georg Friedrich Händel. Dat die haar op het lijf geschreven is, liet ze drie jaar geleden ook al horen toen ze bij De Nederlandse Opera de rol van Sesto vertolkte in Giulio Cesare.
Toch begon de avond op een laag pitje. Het orkest, met zwier aangezwengeld door dirigent Bernard Labadie, liet van meet af aan een stralend en glashelder geluid horen, met veel geraffineerde dynamische schakeringen. Maar Kozena liet in haar eerste twee aria's bepaald niet het achterste van haar tong zien. Even leek het of de goede afloop van de avond allereerst in handen lag van de Canadezen.
Maar Kozena had het hier blijkbaar bewust op laten aankomen. In de wraakzuchtige aria L'angue offeso mai riposa uit Giulio Cesare brak er al heel wat meer expressie door in haar voordracht. En daarna, in de verschrikkelijke weeklacht van Dejanira, die ongeweten haar echtgenoot Hercules heeft vermoord, liet Kozena horen wat ze in haar mars heeft: een geweldig bereik, slangachtige loopjes, en een vermogen tot kleuring dat reikt van tederheid en inkeer tot felheid en tragiek. En dat alles zonder het gekunsteld vibrato of de misvormde klinkers die je zo dikwijls hoort.
Kozena had nog meer verrassingen in petto: in de verdroomde aria Cara Speme (opnieuw uit Giulio Cesare) bereikte ze, slechts begeleid door cello, theorbe en klavecimbel, het uiterste aan intimiteit en verstilling, en bracht het publiek tot een kookpunt. Met het spectaculair gejubel in Ariodante's aria Dopo Notte, en de toegift Ombra mai piú, bereikte Kozena grote hoogten, en liet horen dat ze desgewenst een groot en intens geluid kan produceren zonder dat de goede smaak daaronder te lijden heeft.
© Frits van der Waa 2006