de Volkskrant van 09-08-2004, Pagina 16, Kunst, Recensie
Jonge musici boeien meest met daadkracht
Peter de Grote Festival. 6 en 7 augustus, Conservatorium en Groninger Museum, Groningen. T/m 15 augustus in Groningen, Eelde, Leek, Slochteren, Haren, Aduard en op Schiermonnikoog.
Als je de televisie-journaals moet geloven gebeurt er deze zomer op muziekgebied weinig anders dan het gehops van Dance Valley en Gay Pride. Maar niets is minder waar. Toegegeven, het Groningse Peter de Grote Festival trekt geen kolossale mensenmenigtes. Het festival is gewijd aan kamermuziek, en dat is het woord zegt het al niet bedoeld voor een groot publiek. Toch zal het bezoekersaantal van het festival, dat in in ruim twee weken tijd dertig concerten biedt, zeker in de duizenden lopen.
Het Peter de Grote Festival werd voor het eerst georganiseerd in 1997, toen het driehonderd jaar geleden was dat de beroemde tsaar een uitgebreide studiereis ondernam naar deze contreien. De Russisch-Nederlandse betrekkingen zijn dit jaar weer duidelijk zichtbaar, maar een minstens even belangrijke component is de 'summerschool' voor jonge, getalenteerde musici. En de besten onder hen laten zich ook horen - om te beginnen tijdens het openingsconcert van afgelopen vrijdag.
Het maakt daarbij uiteraard enig verschil of je pas vijftien bent, zoals de jonge violist Bruno van Esseveld, die zich respectabel door een Romanze van Wieniavsky heensloeg, of dertig, zoals de Amerikaanse pianist Andrew Armstrong, die pas op latere leeftijd besloot zich volledig aan de muziek te wijden en hier de toetsen beurtelings streelde en ranselde in een alleszins voldragen en persoonlijk getinte lezing van drie Debussy-etudes.
Twee jonge pianistes uit Bulgarije lieten horen dat de ware discipline nog altijd in het oosten te vinden is. De 18-jarige Janitza Hristova had om haar talenten te etaleren misschien een beter stuk kunnen kiezen dan de virtuoze, maar ietwat voorspelbare Improvisatie en Toccata van Panco Vladigerov. Haar één jaar jongere collega Anna Petrova overvleugelde haar met een temperamentvolle en technisch onberispelijke executie van Liszts Mephisto-Wals.
Er lopen meer rode draden door het Peter de Grote Festival. Het programma verkent de tot in het hedendaagse strekkende invloed van J.S. Bach. Verder wordt Hongaarse muziek van componisten als Bartók en Kodály geflankeerd door het vroeg-twintigste-eeuwse repertoire van de Franse 'Groupe des Six'.
Die laatste invalshoek bleek bij het tweede concert toch niet draagkrachtig genoeg om anderhalf uur boeiend te blijven. Het concert van de 'jonkies' was uiteindelijk, dankzij de voortdurende spanning tussen jeugdige daadkracht en een afwisselende muziekkeuze, een stuk boeiender dan de vertolkingen die gearriveerde musici als pianiste Tamara Poddubnaya, cellist Troels Svane en pianist Paul Komen tijdens het tweede concert weggaven.
Aan de kwaliteiten van de musici lag dat niet, maar de licht-gemoedelijke toon die componisten als Francis Poulenc, Darius Milhaud en Arthur Honegger in de eerste helft van de vorige eeuw aansloegen was domweg niet genoeg om een tijdsspanne van anderhalf uur te kunnen overbruggen.
© Frits van der Waa 2006