de Volkskrant van 21-10-2004, Pagina 17, Kunst, Recensie
Gergjev haalt zwoel geluid uit krappe bak
Gergjev Festival: werken van Rimski-Korsakov, Stravinsky en Tsjaikovski. Feike Boschma, Kirov Ballet, en het Orkest van het Mariinsky Theater o.l.v. Valeri Gergjev. 19 oktober, De Doelen, Rotterdam.
'Sommige van mijn vrienden in Amerika denken dat Tsjaikovski een grote Amerikaanse componist is', grapte Valeri Gergjev tijdens de nazit van zijn optreden met het Kirov Ballet en het orkest van het Mariinsky Theater. Tot verdere onthullingen over Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, de hoofdpersoon van het Gergjev Festival 2004, kwam het niet. Gergjevs antwoorden waren zo mogelijk nog onscherper dan de vragen die hem werden voorgelegd. 'Wat maakt Tsjaikovski nu zo Russisch?' wil de interviewer weten. Gergjev: 'Hij is de meest universele componist.'
Naast Tsjaikovski stond dinsdag choreograaf George Balanchine (1904-1983) centraal. Balanchine, geboren in St. Petersburg, bracht het grootste deel van zijn leven door in Amerika en West-Europa, en zijn werk werd in zijn vaderland pas na de val van het Sovjetregime weer uitgevoerd. Het optreden van het Kirov Ballet in de grote zaal van De Doelen was dan ook een bijzondere gebeurtenis. De combinatie van twee Balanchine-choreografieën, op Apollon musagète van Stravinsky en de Serenade van Tsjaikovski, leverde een fraaie double-bill op. De beide werken rijmen op elkaar, omdat Stravinsky's Apollon een muzikale uiteenzetting is met zijn grote voorganger. Tegelijkertijd bieden ze een mooi contrast: Balanchines visualisering van de god Apollo, die met drie muzen tegelijk een pas de deux danst, heeft een licht humoristische inslag, terwijl de Serenade een naar verhouding klassieker groepsballet is. Maar in beide balletten viel op hoe perfect de dans is toegesneden op de muziek.
De Doelen bleek echter niet de meest geschikte omgeving om een ballet op te voeren. Door de kuipvorm zijn de zichtlijnen verre van ideaal. De strijkers van het orkest van het Mariinsky Theater, die ingeklemd zaten tussen de zaalstoelen en het podium, moesten van tijd tot tijd wedijveren met het geroffel van zesendertig spitzen. Niettemin leverden ze uitvoeringen met een grote intensiteit: de in zwart boezeroen gestoken Gergjev ontlokte hun een rijk geparfumeerde klank, en verleende de melodieën een zwoele zindering.
Hoewel de randprogrammering van het Gergjev Festival niet altijd even geslaagd is, was de marionettenvoorstelling op Rimski-Korsakovs Mozart en Salieri een schot in de roos. Tenor Charles Hens en bas Hubert Claessens weerden zich kranig, de Nederlandse vertaling van Xavier López Piñon loopt soepel, en van het poppenspel van Feike Boschma en zijn kornuiten ging een poëtische bekoring uit.
© Frits van der Waa 2006