Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 01-11-2004, Pagina 11, Kunst, Recensie

Invaller Montgomery laat Alceste swingen

Alceste van C.W. Gluck door het Radio Kamerorkest, Groot Omroepkoor en solisten o.l.v. Kenneth Montgomery. 30 oktober, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 2/11, 20.02 uur.

Met zijn opera Alceste uit 1767, over een liefde die zo groot is dat ze sterker is dan de dood, had Christoph Willibald Gluck een mooi onderwerp in handen, en de muziek die hij erbij schreef is dan ook van het begin tot het eind bevlogen. De verhaallijn is bijzonder eenvoudig: wanneer de Griekse koning Admeto door een dodelijke ziekte getroffen is, verkondigt een orakel dat hij gered zal worden als iemand anders bereid is te sterven in zijn plaats. Zijn echtgenote Alceste offert zich voor hem op en legt inderdaad het loodje, maar de god Apollo wekt haar aan het slot weer tot leven.

Zo gaat het althans in de vroegste versie van Alceste. Acht jaar later maakte Gluck nog een Franse versie, waarin de held Herakles door het verhaal heen loopt en het aanzienlijk zwakker maakt. Die versie was elf jaar terug al in concertante vorm te beluisteren in de zaterdag-Matinee. Afgelopen zaterdag was het dan de beurt aan de oorspronkelijke Alceste.

De uitvoerenden hadden te kampen met twee tegenslagen. Dirigent Frans Brüggen was getroffen door een ernstige oogaandoening en werd vervangen door Kenneth Montgomery. En Anna Caterina Antonacci, de beoogde Alceste, heeft een ongelukkige val gemaakt tijdens een optreden in Parijs, zodat de Amerikaanse sopraan Teresa Ringholz voor haar moest inspringen.

De door de wol geverfde Montgomery had gekozen voor een bijzondere opstelling: het orkest zat in een halve kring om de koorzangers en solisten. Montgomery liet het Radio Kamerorkest in monter tempo zingen en swingen en verleende de strijkersklank een aanminnige plooibaarheid.

Invalster Ringholz vertolkte de zware titelrol gevoelvol, maar overtuigde desondanks niet volledig. Dat lag vooral aan een nogal automatisch aandoend vibrato, en aan enkele hoge noten die een geforceerde indruk maakten. Tenor Paul Agnew (Admeto) woelde met zijn weke timbre uitersten aan expressie op. Onder de overige zangers sprong vooral de jonge sopraan Cora Burggraaf (Ismene) eruit, met haar slanke heldere stem, die haar onlangs bij het Internationaal Vocalisten Concours vier prijzen opleverde.

Zeker zo welluidend was het aandeel van het Groot Omroepkoor, dat niet alleen de blijdschap en de ontsteltenis van het volk maar ook de stemmen uit de Onderwereld krachtdadig gestalte gaf, en daarmee de prestaties van de solisten naar de kroon stak.


© Frits van der Waa 2006