Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 06-11-2004, Pagina 11, Kunst, Recensie

Messcherpe vertolking van 'Rigoletto'

Rigoletto van Verdi door De Nederlandse Opera o.l.v. Daniele Callegari en Monique Wagemakers. 4 november, Het Muziektheater, Amsterdam. Herhaling: 7, 9, 12, 16, 22, 25, 28 en 30/11.

Rigoletto is per traditie een nar met een bochel, die door zijn mismaaktheid tot mensenhaat wordt gedreven. Zo bedacht Victor Hugo het in zijn toneelstuk Le roi s'amuse uit 1832, en zo wilden ook Verdi en zijn librettist Francesco Maria Piave het in hun opera-bewerking van dit stuk. Maar in de enscenering van Monique Wagemakers uit 1996 die nu opnieuw bij De Nederlandse Opera te zien is, is Rigoletto recht van lijf en leden en draagt hij geen kap met belletjes. De regisseuse heeft de hele opera vrij rigoureus van opsmuk ontdaan. De decors zijn sober maar imposant. Grote delen van de handeling spelen zich af op of onder een gigantisch beweegbaar hellend vlak, en de stemming wordt overwegend bepaald door de belichting van Reinier Tweebeeke, die duistere schaduwen contrasteert met enorme monochrome kleurvlakken.

Het enige wat nog zweemt naar naturalisme zijn de kostuums, die zijn geïnspireerd op de dracht aan de zestiende-eeuwse vorstenhoven. Aan gepsychologiseer doet Wagemakers ook niet, en dat is eigenlijk maar goed ook, want de plot van Rigoletto heeft een paar geforceerde wendingen. Zo is het al vreemd dat de vloek, die aan het begin over Rigoletto wordt uitgesproken en die hem de hele opera lang blijft achtervolgen, niet gericht is op zijn werkgever, de hertog van Mantua – want dat is de werkelijke schurk van het verhaal.

En de beweegredenen van de door Rigoletto ingehuurde moordenaar Sparafucile om niet de hertog maar de eerste de beste passant om hals te brengen, zijn bepaald zwak te noemen. Die lukrake beslissing is nodig om het gewenste dramatische besluit te bereiken, want natuurlijk is Rigoletto's dochter Gilda het slachtoffer, en natuurlijk is Sparafucile ook nog eens zo onzorgvuldig te werk gegaan dat vader en dochter elkaar tijdens een sterfscène in de armen kunnen sluiten.

Soap anno 1851 dus – maar wel het vehikel voor een partituur waar het drama vanaf spat. Vooral het laatste bedrijf, met zijn broeierige verklanking van dreigend onweer, compleet met spookachtige, door het koor gezongen windvlagen, is meesterlijk van opbouw.

Dirigent Daniele Callegari, voor het eerst te gast bij DNO, levert met het Nederlands Philharmonisch Orkest een messcherpe vertolking, met een mooie rek in de ritmiek en veel aandacht voor uitgewogen koloriet. Ook de zangers mogen er zijn. Bariton Anthony Michaels-Moore vertolkt de titelrol op indringende wijze, en Joseph Calleja (de hertog) heeft een tenorstem als een klaroen. Dat hij met de tekst niet veel doet is misschien opzet: het strookt in elk geval met de oppervlakkigheid van zijn personage.

Bij sopraan Cinzia Forte (Gilda) klonk tijdens de première enige onvastheid door, vooral in de lastige vocalises, maar haar innemende prestaties in het ensemblewerk vergoedden dat ruimschoots. De diverse kleinere rollen zijn eveneens goed bezet.

Het koor van Rigoletto bestaat uitsluitend uit mannen, wat de donkere toon van de muziek versterkt. De koorzangers hebben in deze enscenering niet alleen in vocaal opzicht een gewichtig aandeel: ze trekken in gestileerde bewegingen over het toneel, en zien, gezeteld als inquisiteurs, toe op de handeling, waardoor de sinistere dreiging die in deze Rigoletto overal doorklinkt nog verhevigd wordt.


© Frits van der Waa 2006