Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-12-2004, Pagina 17, Kunst, Recensie

'Bach-Messiah' staat als een huis

Messiah van Händel door het koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven. 21 december, De Doelen, Rotterdam. Herhaling: Utrecht, 23/12.

Eigenlijk is het vreemd dat Händels Messiah bij uitstek geassocieerd wordt met de kerst, want het stuk is eigenlijk bedoeld voor Pasen. Misschien komt dat doordat de Messiah zo'n pakkende uitbeelding bevat van de engelenkoren die de geboorte van Christus bezingen. Vergeleken met Bachs passies is de Messiah trouwens een nogal contemplatief stuk.

De experts op het gebied van Matthäussen en Johannessen, het koor en het orkest van de Nederlandse Bachvereniging, draaien hun hand evenmin om voor het werk van Händel. Vanavond rondt het gezelschap een bijna twee weken durende Messiah-marathon af in Utrecht. Dinsdag, in de Rotterdamse Doelen, bleek al dat koor, orkest en zangers intussen goed op elkaar ingespeeld zijn. Ook steken de verrichtingen gunstig af bij andere Messiahs van de afgelopen dagen, doordat het peil van de musici over de hele linie bevredigend is. Bovendien kenmerkt deze uitvoering zich door het ontbreken van coupures.

Deze Messiah staat als een huis, geschraagd door steunberen als de altijd bedrijfszekere klaroenstem van tenor Marcel Beekman en de lieflijke en serene, maar toch zeer kernachtige versvoeten van de Canadese sopraan Dominique Labelle. Bas Stephan McLeod en alt Cécile van de Sant zingen fraai, maar betrekkelijk braafjes - al raakt Van de Sant in de befaamde aria He was despised wel een treffende ondertoon van verbittering. Tussen de soms wat verplicht aandoende solo-aria's steken de koordelen altoos af als evenzovele hoogtepunten, waarbij opvalt dat dirigent Jos Van Veldhoven het hele spectrum aan mogelijke tempi benut en elk deel zijn eigen karakteristieke polsslag geeft.

Van Veldhoven veroorzaakte onlangs nog enige commotie in Bach-kringen met zijn besluit om Bachs muziek alleen nog in mini-bezetting uit te voeren. Dat mag dan nog zo historisch verantwoord zijn, de vraag blijft of Bach niet reuze jaloers zou zijn geweest op Händel, die voor zijn oratoria steevast een kamerkoor, een orkest en een handvol solisten tot zijn beschikking had. 'Hij had honderd instrumenten en vijftig stemmen!', schreef Händel-liefhebber Benjamin Victor naar aanleiding van een uitvoering in 1752. Van een schuifdeuren-Messiah zal het dus wel nooit komen.


© Frits van der Waa 2006