de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 januari 2005 (pagina 10)
Mopje Schumann komt hard aan in Vredenburg
Werken van Schumann door het Orchestre des Champs-Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe.
11 januari, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Radio 4: 19 januari, 13.00.
De zalen in Enschede en Eindhoven waar het Orchestre de Champs-Elysées eerder optrad hebben
misschien een gullere akoestiek, maar toch zou de grote zaal van Muziekcentrum Vredenburg best een
mopje Schumann moeten kunnen verdragen. Helaas, het avondje Schumann dat dirigent Philippe Herreweghe
en zijn orkest het Utrechtse publiek voorzetten kwam nogal hard aan.
Gewoonlijk is het een verfrissende ervaring bekende meesterwerken uit de Romantiek te horen uitvoeren
op min of meer historisch instrumentarium, maar die bevrijdende ervaring bleef ditmaal uit. Van meet
af aan ontplooide het orkest een al te markante, ongenaakbare klank die in tegenspraak leek met de
kleine soepele gebaren waarmee de blootshands dirigerende Herreweghe Schumanns gedachten vorm gaf.
Hoewel de 57-jarige Vlaming zijn sporen aardig verdiend heeft, is hij nog steeds een dirigent in
opmars. Zo maakt hij op 21 januari zijn debuut bij het Radio Filharmonisch Orkest, aan de hand van
Liszt, Berlioz en opnieuw Schumann. Aangezien ook dat concert in Vredenburg plaatsvindt, is het te
hopen dat Herreweghe het RFO een wat subtieler klankspectrum zal weten te ontlokken.
Het waren uiteraard vooral de snelle, massieve delen die hieronder gebukt gingen. In Ouverture,
Scherzo en Finale, de 'incomplete' symfonie uit 1840, legde Herreweghe de thematische structuren
duidelijk bloot, en bereikte in het middendeel zelfs een aangename lichtvoetigheid.
In het Celloconcert demonstreerde solist Pieter Wispelwey zijn aanwinst, een Guadagnini uit
1760. Het triomfantelijk gejubel in het slotdeel ten spijt, ontbeerde de uitvoering de diepgang die
zijn optredens doorgaans kenmerkt. Ook dat had te maken met de balans tussen solist en orkest.
Van de Derde Symfonie, waarmee het programma besloot, oefenden eigenlijk alleen het derde deel
en het fugatische Feierlich enige bekoring uit. De rest van deze 'Rheinische' symfonie had veel
weg van geploeter, wat nog verergerd werd doordat Herreweghe niets deed om de drabbige paukensaus
waarmee Schumann dit werk overgoten heeft wat doorzichtiger te maken.
© Frits van der Waa 2006