de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 januari 2005 (pagina 11)
Enscenering Wagner is onweerstaanbaar
Götterdämmerung, van Richard Wagner, door de Nederlandse Opera o.l.v. Pierre Audi en Hartmut
Haenchen. 29 januari, Muziektheater, Amsterdam. Herhaling: 1, 4, 7, 10, 14 en 17/2.
Drie moorden, een dood door verdrinking en een zelfmoord telt het laatste bedrijf van Richard Wagners
Götterdämmerung. Daarmee rest er van de voornaamste dramatis personae aan het
slot niemand meer. Siegfried, Günther en Gutrune, Hagen en Brünnhilde, allemaal zijn ze eraan
gegaan. Alleen de drie Rijndochters zwemmen nog rond over het podium, omringd door het goud dat vier
opera's het lot van goden en mensen bestiert.
Die vier opera's, Der Ring des Nibelungen, zijn het komende seizoen enkele malen als gebundelde
tetralogie te bezichtigen bij De Nederlandse Opera (DNO). De huidige voorstellingen van
Götterdämmerung, het laatste deel, zijn dan ook tot op zekere hoogte te beschouwen
als een generale repetitie voor die monsteronderneming - die regisseur en artistiek leider Pierre Audi
overigens eerder volvoerde in 1999.
Gebleven is uiteraard het imposante decor van George Tsypin, in de vorm van een gigantische
doorgezaagde boom die zich uitstrekt tot in de zaal, en waarin heel het Nederlands Philharmonisch
Orkest verborgen zit. Gebleven is dirigent Hartmut Haenchen, die Wagners weefwerk van leidmotieven een
even opulente als plooibare kleurenpracht meegeeft. Gebleven is ook Kurt Rydl, die met zijn
koboldachtige gestalte, zwarte baard, uitpuilende oogjes en machtige basstem subliem is in de rol van
de halfdwerg Hagen, de kwade genius in dit deel.
Maar de meeste vocalisten zijn nieuw, al waren sommigen van hen al te horen in de twee Ring-delen die
DNO vorig jaar opvoerde. Sopraan Linda Watson, die de dragende rol van Brünnhilde deelt met Nadine
Secunde, levert met haar vertolking van deze veeleisende partij een werkelijk formidabele prestatie.
Ook de overige zangers beschikken vocaal over de vereiste statuur. Zoals Stig Andersen in de rol van
Siegfried, een onderdeurtje van het type klein-maar-dapper. Dat hij wat onnozel overkomt zij hem
vergeven, aangezien hem al kort na zijn eerste entree een vergetelheidsdrankje wordt toegediend door
Hagen.
Het is een gure wereld waarin dit alles zich afspeelt, vol kille toneelmist en verlicht door kale
lampjes. Afgezien van de scène waarin Siegfried wat dolt met de Rijndochters valt er weinig te
lachen. Maar door die naaktheid accentueert Audi het primaat van de muziek, waarvan meer dan vier uur
lang, van het eerste tot en met het laatste tafereel, een onweerstaanbare zuigkracht uitgaat. Hoe
karig de visuele effecten ook zijn, ze komen des te harder aan. Deze enscenering wordt internationaal
als een mijlpaal in de Wagnergeschiedenis beschouwd. Het is te hopen dat de plannen om de cyclus op
DVD uit te brengen inderdaad worden verwezenlijkt.
© Frits van der Waa 2006