de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 maart 2005 (pagina 12)
Eerherstel voor geknakte carrières
Werk van Dresden, Wertheim, Beethoven en Rachmaninov, door het Nederlands Radio Symfonie Orkest
o.l.v. Ed Spanjaard. 19 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 22/3, 20.02.
Vijftig jaar lang waren ze vergeten, de componisten van de 'entartete Musik', de noemer
waaronder de nazi's de muziek die niet in hun ideologie paste op een hoop gooiden, of het nu
ging om joodse toondichters of om muzikale vrijdenkers. Inmiddels is er voor die componisten
een postume rehabilitatie op gang gekomen. Evenzeer
vergeten waren de Nederlandse toondichters van joodse komaf. Maar met uitzondering van Leo
Smit, wiens complete oeuvre inmiddels op cd is uitgebracht, wachten die voor een groot deel
nog steeds op erkenning.
De ZaterdagMatinee doet er wat aan. Het optreden van het Radio Symfonie Orkest opende met
werk van Sem Dresden en Rosy Wertheim. Beide componisten hebben weliswaar de oorlog overleefd,
maar de oorlog heeft hun carrière toch wel geknakt. Dat geldt vooral voor Wertheim, die
vier jaar na de bevrijding op 61-jarige leeftijd overleed. Van haar Pianoconcert uit 1940, dat
in dat jaar nog zijn première beleefde bij het Residentie Orkest, is geen complete
versie bewaard gebleven, zodat de Frans-Israëlische pianist Jonathan Gilad slechts het eerste
deel uitvoerde, in een door componist Ernst Oosterveld vervaardigde reconstructie.
Vijf minuten is wat kort voor een componisten-eerherstel, maar zo te horen was Rosy Wertheim
behoorlijk bij de tijd. Een hoekig chromatisch thema zet de toon voor een bezige muziek met
een dwarse klankgeving, afgewisseld met stoere octaven en soepele loopjes, die Gilad met verve
uit het klavier oprakelde. De nog maar 24-jarige pianist baarde vervolgens opzien met een
puntgave vertolking van Beethovens Derde Pianoconcert, waarin hij vuur en delicatesse
combineerde met subtiele tintgradaties.
Dansflitsen, een zevendelige suite van Sem Dresden uit 1951, is met zijn vele schakeringen
een aantrekkelijk stuk waar voor een orkest veel eer aan te behalen valt. Hoewel de delen
erg kort zijn, zoals de 'flitsen' uit de titel al doen vermoeden, etaleerde dirigent Ed
Spanjaard de parodistische wals, het Ravelliaanse menuet, de zwoele, naar Hollywood neigende
klanken en de rondtollende ritmes van de afsluitende tarantella met hoorbaar plezier.
Het werk bleek een mooi rijm op te leveren met de Symfonische dansen van Rachmaninov, al
was het alleen maar door de effectieve combinatie van piccolo en xylofoon, waarvan beide
componisten gebruik maken. Het neemt niet weg dat Rachmaninovs werk een beduidend langere
adem heeft, en dat de stormvlagen die hij bij wijlen door het orkest laat waaien een stuk
opwindender zijn.
© Frits van der Waa 2006