de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 maart 2005 (pagina 15)
Lesne excelleert in bloemrijk gejeremieer over val Jeruzalem
Couperin: Leçons de Ténèbres, door Il Seminario Musicale o.l.v. Gérard Lesne. 23 maart,
De Doelen, Rotterdam.
Als om aan te te tonen dat niet alles wat deze dagen de klok slaat noodzakelijkerwijs met
Bach, Matthäus of Johannes verbonden moet zijn, heeft de concertzaal De Doelen in Rotterdam
twee andere componisten en één profeet uitgekozen om deze donkere tijden te belichten. Het
gaat trouwens ook om een ander geloof, een ander land en een ietsje eerdere tijd - en daarmee
om een totaal andere belevenis.
De Leçons de Ténèbres, die in de rooms-katholieke liturgie traditiegetrouw worden gezongen
tijdens de week voor Pasen, wortelen in het gregoriaans. De teksten, ontleend aan het boek
van Jeremia, vormen een schier eindeloze litanie over de val en de vernietiging van
Jeruzalem. De muziek staat in dienst van de tekst, waarbij het eerder gaat om het reciet
dan om het grootscheeps verklanken van emoties en gevoelens zoals we dat van de Bach-passies
kennen.
Het Franse ensemble Il Seminario Musicale breng de Triduum Sacrum - de Heilige Driedaagse -
tot klinken aan de hand van bijbehorende composities van François Couperin en Marc-Antoine
Charpentier, de Leçons de Ténèbres. De reeks opende woensdag met de enige overgeleverde
Ténèbres-compositie van Couperin, en wordt vanavond afgesloten met de lecties voor Goede
Vrijdag van Charpentier.
Er valt over te twisten of de kleine zaal van De Doelen nu de geschiktste locatie is voor
deze sobere en kwetsbare muziek, die eigenlijk gedragen zou moeten worden door de galm van
een kerkgebouw. De middelen die Couperin inzet zijn spaarzaam. Twee van de drie lamentaties legt hij in de
mond van een solozanger, slechts begeleid door het orgel, de gamba en de theorbe van de
continuo-sectie. De derde heeft de vorm van een duet.
Tussen de bedrijven door klinkt gregoriaans, afgewisseld met enkele geharmoniseerde
slotclauzen. Deze onderdelen vergen naast een meditatieve luisterhouding ook enige
vergevingsgezindheid, omdat de musici niet voortdurend op één lijn zitten.
Bloemrijker is het werkelijke 'gejeremieer', waarin contratenor en artistiek leider
Gérard Lesne excelleert. Zijn toon is bij vlagen klein, broos en dun, maar kan ook fel
oplaaien als de tekst daarom vraagt. Sleutelwoorden onderstreept hij subtiel. Het brandpunt
van de compositie is het telkens terugkerende refrein Jerusalem, Jerusalem, wendt u tot de
Heer uw God, dat opbloeit in tweestemmigheid, waarbij Lesne en zijn secondant Jean Michel
Fumas elkaar vocaal innig omstrengelen.
© Frits van der Waa 2006