de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 1 april 2005 (pagina 14)
Verdiend boegeroep voor Olga Neuwirth
Werk van Olga Neuwirth door het Ensemble Modern o.l.v. Franck Ollu. 30 maart, Concertgebouw,
Amsterdam.
Een gedrevene kun je Olga Neuwirth gerust noemen. Op haar 36ste heeft de Oostenrijkse componiste
al een oeuvre van tegen de zeventig werken op haar naam. Dat doen niet veel hedendaagse
toondichters haar na.
Het Duitse Ensemble Modern presenteerde woensdagavond een heel programma met werk van haar hand,
in het kader van de serie Tijdgenoten van het Concertgebouw. Wegens het plotseling overlijden van
basklarinettist Wolfgang Stryi kwam het openingswerk Spleen te vervallen. De overgebleven twee
werken wierpen zo te horen onvoldoende licht op Neuwirths kwaliteiten. In elk geval zo weinig dat
er na afloop door bezoekers enthousiast 'boe' werd geroepen.
Dat was verdiend. Neuwirths met veel tamtam aangekondigd multimediaproject ...ce qui arrive...
draaide namelijk uit op een oeverloos potje compositorisch navelstaren. Uit speakers steeg een
elektronisch aangedreven meeuwenzwerm op, gevolgd door de ingeblikte stem van de schrijver Paul
Auster, wiens bijdrage aan het project bestond uit het voorlezen van fragmenten uit eigen
werk. Daarbij voegde het ensemble een zoemende en knarsende basisklank, waarvan het
boventoonspectrum met met behulp van trillers en flageoletten werd afgetast.
In de beperking toont zich de meester, heet het, en in één opzicht bevestigde Neuwirth dat,
door haar karige uitgangspunt nog een heel universum aan bitse en schurende klanken te
ontwringen. Die beperking gold niet voor Austers ongebreideld geneuzel, de onduidelijke
scheidslijn tussen live en vooraf opgenomen geluid, en het door videokunstenares Dominique
Gonzalez-Foerster bedachte beeld van een mevrouw aan het strand die steeds maar met rode en
witte sluiers stond te wuiven.
© Frits van der Waa 2006