de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 april 2005 (pagina 11)
Mark Wigglesworth zwak in opmaat Sjostakovitsj-jaar
Werken van Prokofjev, Rachmaninov, Sjostakovitsj. Radio Filharmonisch Orkest Holland o.l.v.
Mark Wigglesworth. Vredenburg Utrecht (8/4). Radio 4: 12/4 en 29/4.
Dat de muziek van Dmitri Sjostakovitsj concertbezoekers en radioluisteraars over een jaar
flink de neus zal uitkomen is vrijwel zeker. Het orkestwezen maakt zich nu al op voor de herdenking van het honderdste geboortejaar van
de componist die lange tijd gold als een partijgetrouw Sovjetboegbeeld, maar na het postuum
verschijnen van zijn memoires opeens op een heel andere manier politiek correct werd, namelijk
als geheime criticus en spotvogel van het totalitaire regime. Hoewel er veel te zeggen is voor
die nieuwere zienswijze, is de authenticiteit van Sjostakovitsj' memoires, bekend onder de
titel Testimony, nog altijd omstreden.
De feestelijkheden rond de honderdjarige zullen bij het Koninklijk Concertgebouworkest
volgend seizoen tot een soort van herdenkingsexces leiden, dat culmineert in de maanden mei
en juni. Sjostakovitsj ontbreekt dan op geen enkel programma.
De ZaterdagMatinee doet het daarentegen komend seizoen helemaal zonder Sjostakovitsj. Niet
zo gek, gegeven het feit dat de publieke omroep tot taak heeft een aanvulling op het reguliere
aanbod te brengen. Ook in dit seizoen hield de Matinee het Sjostakovitsj-aandeel beperkt: één
symfonie, de Dertiende uit 1962. Daags voor de zaterdagse uitvoering in het Concertgebouw
kreeg het werk al klinkende gestalte in Utrecht, als onderdeel van de serie Tros Klassiek. Vredenburg
bleek niet de ideale omgeving voor de indringende geluidsmassa's die het Radio Filharmonisch
Orkest en het Groot Omroep Mannenkoor bij wijlen op hun gehoor loslieten[, maar aangezien de
Dertiende ook veel bezonken momenten bevat, was dat geen groot bezwaar. De Britse dirigent
Mark Wigglesworth, die met zijn geestdrift en zijn parmantige slag op zijn 41ste nog altijd
iets jongensachtigs heeft, had niettemin wel iets meer mogen bijsturen. Ook Prokofjevs Ouverture
op Hebreeuwse thema's en Rachmaninovs Dodeneiland klonken overnadrukkelijk.
Sjostakovitsj' Dertiende heeft meer van een vijfdelige liedcyclus (voor bas, mannenkoor
en orkest) dan van een symfonie, maar die scheidslijnen zijn sinds Gustav Mahler niet helder
meer. Met zijn lengte van één uur heeft het werk zeker symfonische grandeur.
Dat Sjostakovitsj in het muzikale idioom veel nadruk legt op eenstemmige melodieën, hebben
zijn critici dikwijls versleten voor muzikale armoe. Niet steeds ten onrechte. Toch vallen
schrale klanken in Sjostakovitsj' nr 13 op indrukwekkende wijze samen met de bittere teksten
van Jevtoesjenko, waarin het verkapte antisemitisme van het Sovjetsysteem op een even verkapte
manier aan de kaak wordt gesteld. Wat dat betreft was het jammer dat Jan-Hendrik Rootering,
een zanger met een meer dan welluidende basstem, zijn aandacht eerder richtte op de noten op
zijn lessenaar dan op het publiek of op een vlammende expressie.
Navranter was de constatering dat de TROS, nota bene zelf coproducent van de
ZaterdagMatinee, het niet nodig vond om de radio-uitzendingen van zaterdag en komende dinsdag
in het programmaboekje te vermelden, en alleen verwees naar de eigen uitzending. Dat was weer
Hilversum op zijn smalst.
© Frits van der Waa 2006