de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 april 2005 (pagina 14)
Sumi Jo triomfeert in het klatergoud van Bellini
La Sonnambula van Vincenzo Bellini, door Koor en Orkest van de Koninklijke Muntschouwburg o.l.v. Maurizio Benini. 13 april, Concertgebouw, Amsterdam.
Nadat Nelly Miricioiù vorige maand in het Amsterdamse Muziektheater stukliep op Bellini's
Norma zijn de risico's die een belcantosopraan beroepshalve loopt breed uitgemeten. De
spanning die woensdag in het Concertgebouw heerste was dan ook voelbaarder dan normaal,
aangezien opnieuw een sopraan zich aan Bellini's coloraturen zou wagen. De Koreaanse Sumi
Jo had anders dan Miricioiù geen keelontsteking, is bovendien met haar 42 jaar beduidend
jonger, en was overduidelijk in topvorm. Haar vertolking van Amina in La Sonnambula draaide
dan ook uit op een regelrechte triomf.
Bellini's opera's zijn met hun klatergoud bij uitstek het domein van de Castafiores. Het
verhaaltje is even dun als de muziek, alles staat of valt met de voordracht. Toch contrasteert
het gegeven aangenaam met de doorsnee operaplot, omdat de lieftallige Amina, die al
slaapwandelend bij een verkeerde man in de kamer belandt en daarom door haar aanstaande
wordt verstoten, een volstrekte belichaming van de argeloosheid is. Dat heeft Bellini de
gelegenheid gegeven niet alleen twee slaapwandelscèes te componeren, maar ook Amina's
smart en ontreddering in bloemrijk oplaaiende fiorituren te vangen. Dat de muziek op andere
dramatische hoogtepunten onbekommerd doordeint mag niet deren.
Jo verleende de partij van Amina een onschuld en een vanzelfsprekendheid die onmiskenbaar
stoelde op vakvrouwschap en raffinement. Hartveroverend zijn de even subtiele als onverwachte
wendingen: de plotselinge fluistertoon, de loepzuivere opwaartse octaafsprong, maar ook de
onvoorziene duik in een sonore diepte. De verontwaardigde fiancé werd gezongen door
Antonio Siragusa, een galante tenor wiens muzikaal temperament in elk geval strookt met dat
van Jo, al is zijn timbre minder gloedvol.
Dirigent Maurizio Benini beschikt over een uitstekende Belliniantenne, getuige de vele
puntig neergezette nootjes en de scherp gedoseerde dynamische details waarmee hij de niet
altijd hoog oplopende inspiratie van de componist optimaal wist te verpakken. Het koor en
het orkest trippelden fijnzinnig op pizzicato-teentjes, en begeleidden Jo al tjingelend en
tralala'end naar de onvermijdelijke goede afloop.
© Frits van der Waa 2006