de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 mei 2005 (pagina K25)
Wispelwey laat licht schijnen over Beethoven
Beethoven: Complete Sonatas & Variations, door Pieter Wispelwey en Dejan Lazic. Channel
Classics. Beoordeling: 9
Uit de nieuwe opname van Beethovens werken voor cello en piano die Pieter Wispelwey en Dejan
Lazic hebben opgenomen spreekt een grote overtuigingskracht. Zo groot, dat dat ene kleine
kanttekeningetje over die moderne Steinway eigenlijk wat muggenzifterig is. En bovendien heeft
Wispelwey dertien jaar terug op hetzelfde label, maar met twee andere pianisten, Paul Komen en
Lois Shapiro, laten horen hoe Beethoven met een pianoforte klinkt wat minder potig en op
zijn minst verfrissend.
Aangezien die oude opname ook nog leverbaar is, staat de keus vrij. Dan valt niet te
ontkennen dat het koppel Wispelwey-Lazic fenomenaal goed op elkaar is ingespeeld, en de
reikwijdte van de moderne vleugel benut om zijn licht tot in alle uithoeken over Beethovens
werk te laten schijnen.
Wat het tweetal vooral goed laat horen is dat Beethoven in zijn cellosonates voortdurend
grenzen opzoekt, maar zijn zwaar bevochten melodieën toch altijd weer vloeibaar en
vanzelfsprekend laat klinken, of het nu gaat om de flamboyante vroege sonates uit 1795-96, of
om de soms gespannen, naar het stugge neigende Sonate in D uit 1815. De drie reeksen
Variaties getuigen vooral van de enorme vindingrijkheid van de componist, en niet te
vergeten van het sprankelende muzikantendom van dit duo.
Bach: The Cello Suites, door Jian Wang. DG. Beoordeling: 8
De Chinese cellist Jian Wang is van 1968, zes jaar jonger slechts dan Wispelwey, maar
vergeleken met zijn welbespraakte Nederlandse collega is hij nog een beetje timide. Zijn
vertolking van Bachs suites voor cello solo is onweerlegbaar van wereldniveau, maar getuigt
toch vooral van diepe eerbied. Hij laat zelden het achterste van zijn tong zien, en zijn spel
is eerder sensitief dan klankrijk. Toch brengt hij duidelijk perspectief aan in de door Bach
gesuggereerde polyfonie, en ook zijn soms geprononceerde tempokeuzes getuigen van een diep en
intens verkeer met de klinkende materie.
Janácek, Strauss, Kodály en Webern, door Quirine Viersen, cello en Silke
Avenhaus, piano. Etcetera. Beoordeling: 8
Quirine Viersen is weer vier jaar jonger dan Wang, maar laat met haar interpretatie van
vier stukken van rond de eerlaatste eeuwwisseling opnieuw horen dat ze allang tot volle wasdom
is gekomen. De Cellosonate op. 6 van Richard Strauss, waarin de componist voor de
verandering zijn inspiratie op aangename wijze binnen de perken houdt, is hier of daar nog wel
eens te horen; Pohadka van Leos Janácek en de Sonate op. 4 van Zoltan
Kodály zijn minder bekend, en de Zwei Stücke für Violoncello und Klavier
die Anton von Webern in 1899 componeerde behoren nog tot zijn romantisch getinte jeugdwerk.
Viersen breekt op welsprekende wijze een boel lansen voor dit repertoire, en combineert
fijngevoeligheid met energie. Haar pianopartner Silke Avenhaus vult dat goed aan met somtijds
wat ambachtelijk getint pianospel.
Gambomania: Hume, Marais, Abel, De Caix d'Hervelois en Schenck, door Ralph Meulenbroeks, viola
da gamba. STS Digital. Beoordeling: 9
De viola da gamba lijkt wel op de cello, maar klinkt toch totaal anders, zeker in handen van
een specialist als Ralph Meulenbroeks. In het boekje bij zijn tweede cd, Gambomania, wordt
beduidend meer aandacht geschonken aan de looks van de weelderig belokte gambist dan aan het
hoe en waarom van zijn muziekkeus, maar als je zo speelt als hij is een beetje ijdeltuiterij
snel vergeven. De keus is vanzelfsprekend afkomstig uit het barokrepertoire, en reikt van de
zoet ruisende tonen van Marin Marais en Tobias Hume tot de naar grote hoogten stijgende
virtuositeit van Johannes Schenck.
© Frits van der Waa 2006