de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 mei 2005 (pagina 19)
Ranzig libretto in vlammend werk
Flammen van Erwin Schulhoff, door het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor o.l.v.
Edo de Waart. 21 mei, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 24/5, 20.02 uur.
Als er één kunstvorm in staat is extase op te wekken, is het wel de muziek. Erwin
Schulhoff deed wat dat aangaat in zijn opera Flammen een geslaagde worp. Twee uur lang
flakkert en ziedt het orkest als de vlammen uit de titel. De alleskunner Schulhoff mengt broeierige
suspense-klanken, overladen ultrachromatische laatromantiek, quasi-middeleeuwse kwintparallellen,
folkloristisch neoclassicisme in de trant van Stravinsky, en lardeert de mix met tango's en
verknipte varietémuziek. Metalen slagwerk, celesta, castagnetten, basklarinet en zelfs
orgel verlenen het geheel een sensueel koloriet.
Het is alleen spijtig dat Flammen ook nog een tekst en een verhaal heeft. Want het
libretto van ene Karel Josef Benes, dat door Max Brod in het Duits vertaald is, grenst aan het
ranzige.
Zo roept Don Juan, de hoofdpersoon van de opera, al tijdens de tweede scène, onder het
nemen ener vrouw: 'Ha, ha, ha, nur Leib, weißer Leib brennt rot, rot von Blut.'
Waarop het Koor van Schaduwen invalt met 'Blut! Blut! Blut!'
Schulhoff, die dit muziekdrama, zijn omvangrijkste werk, in 1929 voltooide, heeft het welgeteld
één keer mogen zien opvoeren, in 1932. Daarna kwamen de nazi's aan de macht en
kwam Schulhoff als jood, communist en nieuwlichter steeds meer in het nauw. In 1942 stierf hij
in een concentratiekamp.
De concertante uitvoering van Flammen in de ZaterdagMatinee was niet alleen een
schitterend besluit van de opera-subserie, maar ook een mooie afronding van het thema Entartete
Musik. Bovendien was het een waardig afscheid van Edo de Waart als dirigent van het Radio
Filharmonisch Orkest, dat zich van zijn allerbeste kant kon laten zien, omdat de feitelijke
hoofdrol in Flammen is weggelegd voor het orkest. Tenor Donald Kausch schitterde
niettemin met een even strakgelijnde als gepassioneerde vertolking van de Don Juan-partij,
Jennifer Wilson gooide in maar liefst vier vrouwenrollen haar volle volume in de strijd, en
de welluidende mezzo Michelle Breedt had als La Morte het laatste woord. Voor opera's als deze
is er gelukkig een podium waar de visualisering je bespaard blijft.
© Frits van der Waa 2006