de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 juni 2005 (pagina 13)
Ter Veldhuis stijgt boven zichzelf uit
Gabrieli, Kurtág, Dean, Ives, Mozart, Brant en Ter Veldhuis. Koninklijk Concertgebouworkest
o.l.v. Markus Stenz. 3 juni, Westergasfabriek, Amsterdam.
Een afstand van veertig meter scheidde de beide uiteinden van het Koninklijk Concertgebouworkest
tijdens zijn Holland-Festivaloptreden in de gashouder van de Westergasfabriek. Omdat geluid
driehonderd meter per seconde aflegt, hoorden de spelers van links die van rechts dus na meer
dan een-tiende seconde. In muzikale termen is dat flink wat, en het beroep dat het programma
op het coördinerend vermogen van dirigent Markus Stenz deed was dan ook aanzienlijk. Stenz,
een van de jonge dirigenten die bij het KCO voor het moderne repertoire moet zorgen, verleende
het vier eeuwen omspannende programma bravoure en souplesse.
Super-stereofonie, daar was het om begonnen. De oude componisten kwamen goed mee in dit moderne
programma, getuige Mozarts Menuetto voor vier orkesten, en de twee groepen koperblazers die
aantraden in de Sonata pian'e forte van Giovanni Gabrieli.
Fascinerend was het metafysisch getinte gebeier van From the Steeples and the Mountains,
dat de Amerikaan Charles Ives een eeuw geleden componeerde. Zijn landgenoot Henry Brant (91) heeft
in zijn oeuvre het concept van de spatial music nog verder ontgonnen. Zijn Antiphony One
uit 1953 voor vijf instrumentale groepen en evenzoveel dirigenten is een even fantasie- als
contrastrijk stuk, dat de gimmick ten enenmale ontstijgt.
In de twee opdrachtcomposities die het KCO in conjunctie met het Holland Festival heeft
laten vervaardigen stond de combinatie van beeld en geluid voorop. Parteitag van de
Australiër Brett Dean was veruit het minst overtuigende onderdeel van de avond. Grandioos
daarentegen is NOW, ontstaan uit een nauwe samenwerking tussen componist Jacob ter Veldhuis
en Studio Drupsteen.
Ter Veldhuis' hoogst Hollandse voortzetting van de lijn Steve Reich-John Adams kenmerkte zich
altijd door een verheven platheid, maar in dit stuwende, eveneens heen en weer ketsende werk
stijgt hij boven zichzelf uit. Daarbij wordt hij in niet geringe mate geruggesteund door Jaap
Drupsteen (de ontwerper van de laatste guldenbankbiljetten) en zijn zoon Floris, die met een
mengeling van concrete en abstracte beelden de NOW-muziek hebben voorzien van de ultieme
klassieke clip. Beide componenten neigen weliswaar naar overkill, maar de eendracht
waarmee ze dat doen is zonder meer groots.
© Frits van der Waa 2006