de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 juni 2005 (pagina K19)
Geluiden van Grisey zijn levende objecten
Gérard Grisey: Les Espaces Acoustiques. Garth Knox, Asko Ensemble, WDR Sinfonieorchester
Köln o.l.v. Stefan Asbury (2 cd's). Kairos. Beoordeling: 8
Gérard Grisey wilde niet componeren met noten, maar met tonen. Het mag een subtiel
onderscheid lijken, toch maakt het een wereld van verschil. Grisey, die nog maar 52 was toen hij
eind 1998 plotseling overleed, hoorde tot de groep Franse componisten die zich bezighield met
'spectrale muziek'. Vanzelfsprekend dekt de term 'spectraal', die suggereert dat Grisey en zijn
geestverwanten zich alleen bezighielden met boventoonspectra, niet de hele lading, en de toondichters
verzetten zich er dan ook tegen om een dergelijk etiket opgeplakt te krijgen.
In Les Espaces Acoustiques, een zesdelige, anderhalf uur durende cyclus, waaraan Grisey
van 1974 tot 1985 gewerkt heeft, spelen boventonen en samengestelde klankkleuren niettemin een
zeer grote rol. 'Wij beschouwen geluiden niet als dode voorwerpen, die je eenvoudig en naar
believen op alle manieren in een andere volgorde kunt zetten, maar als levende objecten, met
een geboorte, een levensduur en een dood.' zei de componist in 1996, en dat is te horen in deze
reeks stukken, die met uitzondering van de epiloog ook apart uitgevoerd kunnen worden maar op
deze dubbel-cd naadloos in elkaar overgaan.
Het gaat hier, zoals de titel al aangeeft, om een verkenning van de akoestische ruimte, die
begint met één enkele altviool en geleidelijk expandeert, tot er in de twee slotdelen
een heel orkest aan te pas komt. Het universum dat Grisey hier schept is van een boeiende, bijna
filmische veelkleurigheid. Tezelfdertijd is zijn muziek zelden of nooit polyfoon: er mogen veel
instrumenten voor nodig zijn, gewoonlijk gebeurt er in wezen maar één ding tegelijk.
De klanken vormen bundels, wolken, zwermen, die om hun eigen as wervelen, en gedurig vast komen
te zitten in herhalende patronen, tot een plotselinge omslag een nieuwe ontwikkeling inluidt.
Alle uitvoeringen staan onder leiding van Stefan Asbury, maar deel twee en drie,
Périodes en Partiels, worden gespeeld door het Asko Ensemble, terwijl op de
tweede cd het WDR Sinfonieorchester Köln aantreedt. Opname en uitvoering zijn uitstekend.
Hindemith: Sinfonische Metamorphosen, Die Vier Temperamente, Sinfonie Mathis der Mahler.
Los Angeles Philharmonic Orchestra o.l.v. Esa-Pekka Salonen. Sony. Beoordeling: 8
Dat Paul Hindemith een eersterangs vakman was valt niet te ontkennen, maar als het ging om het
maken van kabaal kon hij ook heel vakkundig te werk gaan. Daarvan getuigen zijn Sinfonische
Metamorphosen uit 1944, waarin hij thema's van Carl Maria von Weber in de dubbele houdgreep
neemt. Esa-Pekka Salonen en het Los Angeles Philharmonic verlenen het werk brille en souplesse
op deze vijf jaar geleden opgenomen Hindemith-cd. Aardiger, want diverser is de variatiereeks
Die Vier Temperamente, waarin pianist Emanuel Ax het voortouw neemt in het verklanken van
humeuren.
De symfonie Mathis der Maler steekt toch met kop en schouders uit boven deze oorspronkelijk
als balletmuziek geconcipieerde stukken, en Salonen weet hier nog beter de juiste balans tussen
doortimmerdheid en elegantie te treffen.
Enescu: Symphonies 1-3, Vox Maris. Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo en Orchestre
National de Lyon o.l.v. Lawrence Foster (2 cd's). EMI. Beoordeling: 7
De drie symfonieën van de Roemeense componist George Enescu (1881-1955) zijn ontstaan
tussen 1905 en 1920, doen nu eens denken aan Strauss, dan weer aan Mahler, maar hebben toch ook
veel eigens. EMI heeft een oude opname van de eerste twee symfonieën geactualiseerd door
haar aan te vullen met de Derde Symfonie en het symfonisch gedicht Vox Maris,
die beide aanmerkelijk interessanter zijn. Lawrence Foster leidt alles in goede banen. Jammer
van die jammerende tenor en sopraan.
© Frits van der Waa 2006