de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 juni 2005 (pagina 17)
Somber einde van uitbundig concert
Stravinsky, Boulez en Varèse, door het Radio Filharmonisch Orkest Holland en het Groot
Omroepkoor o.l.v. Peter Eötvös. 25 juni, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 28 juni, 20.02
uur.
Het is een merkwaardige aanblik als na afloop van een orkestoptreden bossen bloemen ogenschijnlijk
willekeurig worden uitgedeeld onder de musici. Dat gebeurde bij het concert van het Radio
Filharmonisch Orkest in de Zaterdag-Matinee. De aanleiding was allesbehalve vrolijk, want het
komende seizoen gaan de omroeporkesten, in de woorden van Matineeprogrammeur Jan Zekveld, 'in de
gehaktmolen', en komen al die boeketontvangers in de WW terecht.
Intussen maakten het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent peter Eötvös er, zoals
dikwijls, een geweldig concert van. Het laatste programma van het seizoen stond in het teken van
de 80ste verjaardag van de Franse componist en dirigent Pierre Boulez. Het bijzonderste onderdeel
was de uitvoering van Le visage nuptial, een werk voor sopraan, alt, vrouwenkoor en orkes
dat Boulez als twintiger componeerde, maar sedertdien nog verscheidene malen heeft herzien.
De door Boulez getoonzette gedichten van René Char zijn nogal hermetisch, en de
vocale lijnen zijn ingebed in een weefwerk van instrumentale guirlandes die ze als een sluier
omhullen (wat voor muziek over een 'bruidsgezicht' niet ontoepasselijk is). Van de vijf delen
zijn de laatste twee wat kariger. Hier komt het contrast tussen koor en solisten
Barbara Hannigan en Susan Parry beter naar voren.
Dat dit werk geflankeerd werd door muziek van Stravinsky en Varèse was meer dan
toepasselijk. Boulez heeft zich altijd sterk gemaakt voor deze voorgangers, en naast grote
verschillen zijn er ook ook raakpunten tussen de uitgevoerde stukken. Het slagwerk, dat de
hoofdrol speelt in Varèses Ionisation, is ook prominent aanwezig in Le visage,
en Stravinsky's Les Noces gaat op een zonniger manier ook over een bruiloft. De slagwerkers
en pianisten, het Groot Omroepkoor, en de vijf solisten brachten deze baanbrekende stukken
glashelder en uitbundig tot klinken.
© Frits van der Waa 2006