de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 31 oktober 2005 (pagina 10)
Muzikale brug tussen culturen
Moslimkaper Jan Jansen, door Camerata Trajectina en Ensemble Weshm. 27 oktober, Muziekgebouw
aan 't IJ, Amsterdam.
In de 17de eeuw gapten kapers nog gewoon schepen in plaats van vliegtuigen, en waren Marokko en Nederland bondgenoten
tegen Spanje - al wrong het al wel tussen Europeanen en Arabieren. Dat alles wordt op sympathieke
wijze aanschouwelijk gemaakt in Moslimkaper Jan Jansen, een samenwerking van het
oude-muziekgezelschap Camerata Trajectina en het Marokkaans-Nederlandse Ensemble Weshm. Het was
het eerste van de programmareeks Oost ontmoet West in het Muziekgebouw aan 't IJ, die
zondagmiddag is afgesloten door de Libanese componist Rabih Abou-Khalil en zijn groep.
Voor dit project hebben Weshm en de Camerata ouder repertoire ondergebracht in een met luttele
attributen vormgegeven raamvertelling over de 17de-eeuwse Haarlemmer Jansen, die begon als kaper
(dat wil zeggen: van overheidswege goedgekeurd zeerover), vervolgens opereerde als vrij gevestigd
piraat, zich tot de Islam bekeerde en uiteindelijk in Marokko belandde, waar hij verder leefde
onder de naam Murat Reis.
Marc Krone, tevens de regisseur, zet Jansen met veel Schmalz neer. Mahjoub Benmoussa
speelt, tweetalig en hartveroverend, Jansens alter ego Murat Reis - vooral wanneer hij op
zijn laatste ziekbed Allah verwart met God en Jezus met Mohammed.
Tussendoor bezingen Nico van der Meel, Hieke Meppelink en de vier heren van het Verenigd
Oost-Indisch Mannenkoor op lustige en weemoedige deunen de praktijk van de kattenhonde (de
ronselaar) alsook van het voetenwassen (het overboord zetten van een gevangen bemanning). Ook een
aangrijpend gruwelverhaal over kannibalisme na een schipbreuk ontbreekt niet.
Pas in de tweede helft komt de Arabische muziek aan bod, die eerder abstract dan anekdotisch
is, maar dankzij de improvisatiekunst van kanun-speler Basem Alkhouri en de meeslepende, recht
uit de ziel afkomstige zang van leider Najib Cherradi des te indringender is.
Zo slaan humor, zang en snarenspel niet alleen een brug tussen heden en verleden, maar vooral
ook tussen twee culturen. Afgaande op de publiekssamenstelling kreeg die vooralsnog eerder op
het podium dan in de zaal zelf gestalte. Maar een goed begin is het in elk geval.
© Frits van der Waa 2006