Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 december 2005 (pagina 17)

Stein weet wel raad met 'Bassarids'

The Bassarids, van Hans Werner Henze, door De Nederlandse Opera o.l.v. Peter Stein en Ingo Metzmacher. 4 december, Muziektheater, Amsterdam. Herhaling: 7, 11, 14, 17, 21, 25, 28 december. Radio 4: 17 december, 19 uur.

Familieverhoudingen willen in opera's wel vaker ingewikkeld liggen, maar in Hans Werner Henzes The Bassarids kost het extra veel moeite om de ruziemakende verwanten op een rijtje te krijgen. Boosdoener is de god Dionysus, die het aan de stok heeft met zijn neef Pentheus, de koning van Thebe. Pentheus weigert om Dionysos, de zoon van zijn tante Semele en de oppergod Zeus, als god te erkennen. Dat komt hem duur te staan.

Hiertoe aangezet door Dionysos mengt Pentheus zich in vermomming onder diens aanhangers, de Bassariden, waarbij ook zijn moeder Agave en zijn tante Autonoë zich gevoegd hebben. Maar hij wordt ontdekt en aan stukken gereten. Het tafereel waar de door waanzin geslagen Agave ontdekt dat ze rondzeult met het hoofd van haar eigen zoon is het dramatisch hoogtepunt van de opera.

Henze en zijn librettisten W.H. Auden en Chester Kallman ontwaarden veel zinnebeeldigs in deze oude Griekse mythe. Dat het over seksuele bevrijding ging, was in 1966 niet zo'n wonder. Voorts zagen ze Pentheus, de rationalist, als onderdrukker, en Dionysos, de god van de roes, als vrijdenker.

Het enige onlogische aan deze gedachtegang is dat in dit verhaal Dionysos de vertoornde, zelfs uiterst wraakzuchtige god is, die elk verzet meedogenloos de kop indrukt. Niet alleen Pentheus wordt gestraft: zijn beide tantes worden verbannen, en datzelfde lot treft ook Kadmos, die nota bene Dionysos' eigen grootvader is. In dat licht bezien is Pentheus een zielepiet.

Het valt niet mee om sympathie op te vatten voor de personages in The Bassarids, laat staan om een moraal uit de opera te distilleren. De Nederlandse Opera heeft er desondanks een schitterende voorstelling van gemaakt, wat vooral het werk is van regisseur Peter Stein. Het toneel bestaat slechts uit een half amfitheater, maar de spelers - en vooral het koor, dat een dragend aandeel heeft - zijn met zo veel raffinement gechoreografeerd dat het er telkens anders uitziet.

Stein heeft zijn vrijwel geheel Amerikaanse zangersploeg weten te bewegen tot een naturel acteerstijl zonder vocalistenfratsen. Kristine Ciesinski en Margarita De Arellano komen sterk voor de dag als moeder en tante, bas Kenneth Cox en tenor Chris Merritt (Kadmos en Tiresias) zijn krachtige ouden van dagen, en ondanks keelaandoeningen maken tenor Tom Randle en de Duitse bariton Detlef Roth indruk als Dionysos en Pentheus.

Ingo Metzmacher, die met deze productie officieel debuteert als chef-dirigent van De Nederlandse Opera, weet goed raad met de kleur en de interne spanningen van Henzes veellagige muziek, maar minder goed met de balans tussen de zang en de klank van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Bij vlagen werd dat door de vocale krachten weggedrukt achter de rand van de orkestbak.


© Frits van der Waa 2006