de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 december 2005 (pagina 17)
Sjostakovitsj flitsend en helder, maar zonder plezier
Beethoven, Sjostakovitsj en Dvorak, door Frank Braley en Renaud en Gautier Capuçon, 12 december, Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: 14/12. Radio 4: 22/1, 20.00 uur.
Langer dan twintig jaar kunnen de broers Renaud en Gautier Capuçon nog niet samenspelen,
want de jongste van de twee, cellist Gautier, is nog maar vierentwintig, en de violist Renaud is
amper vijf jaar ouder. Dat de twee jonge strijkers volkomen op elkaar zijn ingespeeld is minder
verbazend dan het niveau waarop ze opereren. Dat is vanavond nogmaals te horen in de Amsterdamse
Kleine Zaal, waar ze samen met pianist Frank Braley - van 1968 en daarmee naar verhouding een
muzikant van de oudere garde - een programma met pianotrio's ten gehore brengen.
Hoewel het Tweede Pianotrio van Dmitri Sjostakovitsj zo'n beetje de meest afgelikte
boterham onder de pianotrio's begint te worden, sorteerde de uitvoering als gebruikelijk groot
effect. Sjostakovitsj doet de musici niets cadeau op het punt van klank. Van de eerste troosteloze
flageoletten tot de kale, manische herhalingen van het slotdeel moeten de spelers het stuk bevechten,
maar dat doen ze met groot overwicht en een uiterste aan expressie, wat leidt tot een ongemeen
spannende uitvoering.
Dan is het Pianotrio in Es, Beethovens eersteling in dit genre, aanmerkelijk minder
zwartgallig. De broertjes Capuçon leveren een fraaie tweezang in het Adagio en kruipen
behendig onder en over de pianoguirlandes die Braley hen met opvallend flegma toewerpt. Van de
Finale maken ze een flitsend en helder betoog, waarin ze steels binnentrippelende nootjes
paren aan eendrachtig tot stand gebrachte explosies en tegendraadse accenten.
Op een punt schiet het driemanschap schromelijk tekort: er gaat geen greintje plezier uit van hun
spel. De beide Capuçons tonen nog vervoering, maar Braley vertrekt geen spier, en dat gebrek
aan humor klinkt door in hun uitvoeringen. Zo krijgt het sluitstuk van het programma, Dvoraks
Pianotrio in f, een verbeten vertolking, waarbij het drietal zelfs het dansje uit het tweede
deel speelt alsof ze de hakken in het zand zetten. Doordat ze aldoor tot het uiterste gaan om er zo
veel mogelijk klank uit te persen, hangt er boven hun optreden voortdurend een bord met 'Werk in
Uitvoering', wat op den duur bepaald een terneerdrukkend effect heeft.
© Frits van der Waa 2006