de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 december 2005 (pagina 17)
Nieuwe muziek die ook echt beluisterd dient te worden
Werk van De Clercq, Voestin, Vir en Schönberger, door het Schönberg Ensemble o.l.v.
Micha Hamel. 13 december, Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam. Radio 4: 18/1, 20.00 uur.
'Het Grote Luisteren' luidt de titel van de 34ste Huizinga-lezing, die morgenavond door musicoloog
Elmer Schönberger wordt uitgesproken in de Leidse Pieterskerk. Schönberger (55) zal daarin
een lans breken voor Kapitale Muziek, die niet slechts gehoord, maar ook beluisterd dient te worden -
dit in tegenstelling tot het muzikale behang waarmee het trommelvlies, en daarmee de bewuste
perceptie, in onze samenleving meer en meer wordt afgeplakt.
Als proeve van wat dit alles zou kunnen inhouden, bracht het Schönberg Ensemble dinsdag in
het nieuwe Muziekgebouw een programma waarin verleidelijke noten (onder andere van Schönberger)
en videobeelden zorg droegen voor een luisterervaring die in elk geval veelomvattend was.
Naast Nederlands werk stonden composities van de Rus Aleksandr Voestin en de in India geboren
Param Vir. In Hayagriva steekt Vir een weinig oriëntaals, maar wel fel een gloedvol
gekleurd betoog af. In Drooping Wings van Eric de Clercq, eveneens een nieuw werk, zijn de
tonen ontleend aan Chopin en Purcell, wat ondanks retouches en vervormingen goed te horen is. De
beurtelings mistige en martiale mineurstemmingen krijgen extra cachet dankzij de klaaglijke zang van
alt Marieke Koster.
Van de twee werken van Voestin is Aan mijn zoon het interessantste, met zijn fraaie
dialoog tussen de fluitsolo van Ingrid Geerlings en de listige ontwikkelingen in het ensemble.
Bij Dovemansoren van Schönberger vielen de vier vocalisten welhaast in het niet bij
hun eigen gefilmde beeltenissen op het achterdoek, wat goed werkte totdat in de laatste minuut ook
enkele inwoners van Artis in beeld kwamen. De compositie, oorspronkelijk geschreven voor
Schönbergers gelijknamige toneelstuk, is deels gebaseerd op teksten van Beethoven over zijn
eigen doofheid. In zijn nieuwe, met twee delen uitgebreide vorm heeft het werk een mooi afgeronde
gestalte gekregen. De beeldschone muziek noodt zeker tot Groot Luisteren, vooral dankzij de diep
ontroerende vertolking van tenor Marcel Beekman.
© Frits van der Waa 2006