de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 december 2005 (pagina 11)
Weinig verschil tussen twee benaderingen van Bach
Bach en Kaiser, door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Marcus Creed. 16 december,
Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 21/12, 13 uur.
Bach: Weihnachtsoratorium, door the Gabrieli Consort and Players o.l.v. Paul McCreesh. 18/12,
Concertgebouw, Amsterdam.
Vief, vlot en monter klonken de twee Bach-cantates die de Britse dirigent Marcus Creed vrijdag
uitvoerde in het Concertgebouw met het koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging. Ook de
Dialogus von der Geburt Christi van Bachs tijdgenoot Reinhard Keiser beleefde een
uitgesproken opgewekte uitvoering die hier en daar misschien een tikje jachtig aandeed. Even
opwekkend, maar wellicht ook wat gejaagd klonk de volgende dag Bachs Weihnachtsoratorium bij
de Britse dirigent Paul McCreesh, die zijn eigen Gabrieli Consort and Players aanvoerde.
Zo bezien was er tussen de benadering van de beide Angelsaksische ensembleleiders bijzonder
weinig verschil. Toch was hier sprake van een heuse richtingenstrijd. Creed doet het met vier
solisten en een koor van twee dozijn zangers. McCreesh daarentegen, die met zijn équipe
inmiddels al doorgereisd is naar Spanje, heeft een koor van slechts vier zangers, dat waar nodig
uitgebreid wordt met de vier solisten. Want dat - zo luiden de jongste inzichten - was de manier
waarop Bach het deed.
Eigenlijk maakt het ontzettend weinig verschil, zo kunnen we na deze dubbele exercitie
vaststellen. De kwaliteit van de zangers weegt zwaarder dan hun aantal. Bij de Bachvereniging
is het ouderwetse contrast tussen het 'grote' - overigens opvallend lichtvoetige - koor en het
kleine solistengroepje leuker en spannender. Minder leuk en spannend zijn een alt als Margriet
van Reisen, die een mooie stem heeft, maar zingt alsof ze een boodschappenlijstje voorleest.
Sopraan Sunhae Im en bas Peter Harvey vergoeden veel.
Bij McCreesh, die elegant uit de flank en met welsprekende voeten dirigeert, staat het
solistenkwartet, aangevoerd door de stralende Carolyn Sampson en geschraagd door de pronte tenor
Topi Lehtipuu, even stevig in zijn schoenen als het vierkoppige koor.
En natuurlijk is dat oratorium van Keiser, dat de hoofdschotel vormt bij de Bachvereniging,
een stuk verrassender dan dat overbekende Weihnachtsoratorium, hoe mooi het ook is. Keisers
Dialogus bevat frisse, allesbehalve langdradige muziek, die zeker voor het jaar 1707
opvallend modern aandoet.
© Frits van der Waa 2006