de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 december 2005 (pagina K18)
Verbijsterende mixturen
Marijn Simons: Secret Notes. Radio Kamer Orkest o.l.v. James MacMillan, Aachen Symphony Orchestra
o.l.v. Marcus R. Bosch, Gelders Orkest o.l.v. Martin Sieghart. Northwest Classics.
Donemus, de belangrijkste instelling die zich inzet voor de verbreiding van de Nederlandse muziek,
is door onverstand van bestuurders binnen en buiten de eigen gelederen gedwongen zijn cd-productie
te staken, en dat is voor menig componist een lelijke streep door de rekening. Desondanks zijn er
nog een paar instanties die de vaderlandse muziek een warm hart toedragen, zoals het label Northwest
Classics, dat onlangs een cd uitbracht met werk van Marijn Simons, die nu 23 jaar is, maar toch al
jaren meetelt als veelbelovend componist.
Die beloften maakt hij zeker waar in de drie symfonische werken die ontstaan zijn in de afgelopen
vier jaar. Het is wel even zoeken naar dat soort informatie, want Northwest zweert bij zuinige
cd-boekjes en toelichtingen via de website - maar ook die laatste zijn niet al te uitvoerig.
Hoe het ook zij, Simons heeft in elk geval een gave voor het samenstellen van bijzondere
klankmengsels. In het concert voor twee piano's A tí te toca, rakelt hij de meest
verbijsterende, bijna surrealistische mixturen op uit het slagwerk. De piano's komen er naar
verhouding wat bekaaid af. Simons is een verklaard bewonderaar van Aaron Copland, en dat is goed
te horen in dit werk, waarin briljante fanfares en een latijns-amerikaanse swing meer en meer de
overhand nemen - zozeer dat je zonder dat lange, wat mistroostige openingsdeel welhaast van muziek
voor feesten en partijen kunt spreken.
Secret Notes, Simons' tweede vioolconcert, dankt zijn titel aan het feit dat de componist de
opdracht van Esa-Pekka Salonen en het Los Angeles Philharmonic voor anderen geheim wenste te houden.
Hij speelt hier zelf de solopartij, en doet dat met verve. Even tierig zijn de eerste twee delen
van zijn Eerste Symfonie, die dit jaar in première ging bij het Gelders Orkest. Wel blijft
de vraag wat dat laatste expressieve en meeslepende deel nu eigenlijk met het voorgaande te maken
heeft.
Rudolf Escher: Chamber Music 2. Emily Beynon, Sepp Grotenhuis, Thies Roorda, Céleste Zewald en Godfried Hoogeveen. Ottavo.
Vijfentwintig jaar dood is blijkbaar niet genoeg om herdacht te worden: op de podia is althans
weinig muziek van Rudolf Escher (1912-1980) te horen geweest. De musici die te horen zijn op de
tweede aan zijn kamermuziek gewijde Ottavo-cd maken dat goed met voortreffelijk spel. En de muziek
zelf mag er ook zijn. Opmerkelijk zijn vooral de Sonate voor klarinet solo, met fantastisch
veel kleur uitgevoerd door Céleste Zewald, en de Sonate voor fluit en piano. Het zijn
stukken die on-modern klinken als je bedenkt dat ze uit de jaren zeventig stammen, maar toch voert
Escher de luisteraar mee op een ware ontdekkingsreis.
Julius Röntgen: Chamber Music part 2. Párkányi Kwartet, Euterpe Kwintet e.a. Cobra.
Julius Röntgen: Orchestral Music. Noord Nederlands Orkest o.l.v. Hans Leenders. Cobra.
De muziek van Julius Röntgen heeft de herdenking van de 150ste geboortedag van de componist
maar nauwelijks doorstaan. Aardige muziek, luidde het oordeel alom, maar erg braaf. Het
Párkányi Kwartet, het Euterpe Kwintet en bariton Pierre Mak breken ten minste nog
een lans voor Röntgens kamermuziek, en doen dat bijzonder welluidend. Van een overbodige
treurigheid daarentegen is de eveneens op het Cobra-label verschenen cd met orkestmuziek. Niet
omdat het tweede thema uit Röntgens Symfonie in c sprekend lijkt op Alle eendjes
zwemmen in het water, maar vooral door de beduimelde geluiden die het Noord Nederlands
Orkest bij vlagen laat horen. De opname klinkt bovendien ondermaats, alsof ze in de jaren
vijftig is gemaakt.
© Frits van der Waa 2006