de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 23 december 2005 (pagina 19)
Bezwerende Stotijn is een godsgeschenk
Liederen van Berg, Schubert, Bizet, Tsjaikovski en Rossini, door Christianne Stotijn en Joseph Breinl. 21 december, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 27/1, 13.00 uur.
Als een aangeblazen reuzenschelp, als een vertraagd afgespeelde grammofoonplaat, zo diep,
sonoor en bijna onwerkelijk is de stem van Christianne Stotijn. Woensdag trad ze op in de serie
Rising Stars van het Concertgebouw, voor een stampvolle Kleine Zaal.
Vanaf het eerste, perfect geplaatste woord 'Schlafen' had de alt-mezzo haar publiek bij de
lurven. Haar voordracht deed weer eens beseffen dat het woord 'incantatie', ofwel bezwering,
rechtstreeks afgeleid is van het woord voor zingen. Stotijn heeft niet alleen een godsgeschenk
van een stem, maar ook nog eens de muzikaliteit en de intelligentie om diep door te dringen in
het wezen van de liederen van haar - voorbeeldige - keus.
Zo opende ze met een bloemlezing die draaide om de nacht, de slaap en alles wat daarin om te
woelen valt. In Bergs Vier Lieder op.2 tintte ze haar timbres naar de ver klinkende klokken
en nachtegalen waarvan sprake is in de tekst. Nog raker was haar vertolking van een zestal
Schubert-liederen, met het befaamde Erlkönig als bekroning, dat ze met vlammende
stem en bliksemende ogen kracht bijzette.
Met haar 28 jaar is Stotijn nu al een ware grande dame, een opvallend rijpe
podiumpersoonlijkheid, die verbazend veel noten op haar zang heeft, of het nu gaat om de
Russische tongval in Tsjaikovski's liederen, de vibratoloze onschuld van Bizets Serenade,
of de vocale kuitenflikkers in Rossini's op muziek gezette roeiwedstrijd La regata veneziana.
Minstens even opmerkelijk en rijkgeschakeerd is de begeleidingskunst van de 31-jarige Joseph
Breinl, met wie Stotijn een cd heeft opgenomen. In de laatste van de twee toegiften, Abschied
van Hugo Wolf, liet het tweetal horen dat hun met eendracht gehanteerd palet ook karikaturale
toetsen bevat.
© Frits van der Waa 2006