de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 januari 2006 (pagina 10)
Verbey's concert is aanwinst
Berg, Verbey en Schumann, door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Markus Stenz. 13 januari, De Doelen, Rotterdam.
Het kaarslichtje waarmee bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest sinds jaren her naar de
eigentijdse muziek gezocht moet worden is heel even aan geweest. Dat was op vrijdag de dertiende,
en toepasselijk genoeg is het in de pauze, nadat de laatste noten van Theo Verbey's nieuwe
klarinetconcert verklonken waren, voor de rest van het seizoen gedoofd. Als pleister op de wonde
die het aanhoren van zo onthutsend veel nieuwe noten moet hebben geslagen, besloot dirigent
Markus Stenz het concert met een vertolking van Schumanns Derde Symfonie, de 'Rheinische'.
De ballotage die het RPhO hedendaagse componisten oplegt moet vele malen strenger zijn dan die
bij een programma als Idols. Zelfs een componist als Alban Berg, die toch al zeventig jaar
veilig en wel onder de groene zoden ligt, komt er maar ternauwernood in bij de Rotterdammers. Het
is dat zijn Pianosonate op.1 uit 1908 een redelijk in het oor liggend stuk is, dat bovendien
goed uitvoerbaar is voor een symfonieorkest sinds diezelfde Theo Verbey er twintig jaar geleden
als knaapje een verhelderende instrumentatie van gemaakt heeft.
Verbey heeft zich overigens onlangs opnieuw met Berg beziggehouden. In februari speelt Amsterdam
Sinfonietta diens Lyrische Suite in de versie voor strijkorkest, waarvan Verbey de
ontbrekende delen heeft bewerkt. In mei brengen het Radio Filharmonisch Orkest en Ellen Corver de
eerste uitvoering van zijn nieuwe Pianoconcert.
De tot op microniveau herhaalde tijdsverhoudingen die Verbey betitelt als fractals liggen
ook ten grondslag aan zijn nieuwe Klarinetconcert. De hier gehanteerde tijdsverhouding, 9:6:3,
regeert ook het aantal minuten per deel en heeft het ietwat onbevredigende gevolg dat deel twee erg
gauw voorbij is, en deel drie zelfs voor je er erg in hebt.
Dat is jammer, want er is veel te genieten. Dwars orkestgeplof en kwistige buitelnootjes van
solist Sjef Douwes in het eerste deel, klaaglijke zuchten en zoete klanken in het tweede deel, en
stuwende harmonische progressies in het sluitstuk. Dat alles gevat in fraaie zettingen, waarin
violen tikkend pendelen als horloges, genadeloze verdubbelingen bewijzen dat Douwes niet zomaar wat
rondkwispelt, en gestolde en stuwende klankgestalten elkaar afwisselen.
Hoewel de Rotterdamse musici dit alles soepeltjes realiseerden onder Stenz' aandachtige
aanvoering, verdient dit Klarinetconcert beslist meer dan deze ene excuus-uitvoering.
© Frits van der Waa 2006