de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 februari 2006 (pagina 15)
Verzengende uitvoering van Sjostakovitsj' initialen
Sjostakovitsj, door het Jerusalem Kwartet. 14 februari, Concertgebouw, Amsterdam. Daar vandaag.
De grote uitbarsting van Sjostakovitsj-herdenkingsconcerten blijft in de Amsterdamse Kleine
Zaal beperkt tot een vijfdelige serie met de belangrijkste kamermuziekwerken van de grote
Rus. Dat is in zekere zin jammer, want Sjostakovitsj' kleinschalige werk is vaak
interessanter dan zijn symfonieën.
Het sterkste voorbeeld hiervan is wel het Achtste Strijkkwartet, dinsdag uitgevoerd
door het Jerusalem Kwartet, tijdens het eerste van zijn drie optredens. Sjostakovitsj
schreef het stuk in 1960, na een bezoek aan het door de oorlog geteisterde Dresden. Hij
droeg het werk op 'aan de slachtoffers van het fascisme', maar dat moet welhaast een
dekmantel zijn. Het stuk gaat overduidelijk over hemzelf. Het zit vol met citaten uit zijn
eigen werk en, voor wie dat niet kent, hamert de componist continu zijn eigen initialen,
het motief D-S-C-H - in notenbenaming d-es-c-b - door de vier partijen heen. In het vierde
deel duikt ook nog eens een oud Russisch gevangenenlied op met de titel Gekweld door
gebrek aan vrijheid. Dat zou slaan op het feit dat de componist juist in die tijd werd
geprest om lid van de communistische partij te worden.
Het Jerusalem Kwartet is gevestigd in de stad waaraan het zijn naam te danken heeft, maar
bestaat voor driekwart uit spelers die in de Sovjet-Unie zijn geboren. Hoewel specifiek
Russische elementen als een mollige toon en een vlezig vibrato ontbreken, klinkt er in hun
uitvoeringen een Oost-Europees accent door.
De vier openden hun optreden met het Eerste Strijkkwartet, dat vergeleken bij de
overige veertien een zonnig vingeroefeningetje van minder dan een kwartier is.
Het Achtste Kwartet beleefde onder hun handen een verzengende uitvoering, waarin
mistroostigheid en ironie allengs wijken voor een bezonken, bijna archaïsche
vierstemmigheid.
© Frits van der Waa 2006