de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 februari 2006 (pagina 11)
Schroeiplekjes op de trommelvliezen
Berg en Kurtág, door het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 25 februari, Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam.
De muziek van de Hongaarse componist György Kurtág is niet handzaam. Zoals een
Bruckner-symfonie louter door haar lengte slecht andere muziek naast zich verdraagt, zo is
Kurtágs muziek weerbarstig door haar extreme beknoptheid en samengebalde
uitdrukkingskracht.
Wat dat betreft was de combinatie van Alban Bergs Kammerkonzert en Kurtágs
Berichten van wijlen juffrouw R.V. Troesova in elk geval een rijmende oplossing. Bergs
doortimmerde compositie uit 1925 beschrijft wel een heel andere spanningsboog dan Kurtágs
uit 21 in lengte krimpende aforismen opgebouwde liedcyclus, maar de beide stukken hebben in
elk geval gemeen dat ze tot op de vierkante millimeter geladen zijn met expressie.
Met dit programma bracht het Schönberg Ensemble een hommage aan de bescheiden
grootmeester, die vorige week tachtig is geworden. Kurtág zelf was er niet bij, maar
komt in juni wel bij de verlengde verjaardagviering in het Holland Festival. Dan wordt zijn
werk gekoppeld aan dat van medeminiaturist Anton Webern en landgenoot Ligeti.
Kurtág is een scherpslijper en een laatbloeier. Zijn Troesova-liederen, die hij op zijn
56ste voltooide, dragen het opusnummer 17. Hij heeft vier jaar gesleuteld aan het werk, maar
het duurt amper een half uur. Het neemt niet weg dat er veel maten in zitten die schroeiplekjes op het trommelvlies achterlaten.
De uitvoering van het Schönberg Ensemble onder Reinbert de Leeuw was elektriserend,
vooral dankzij de bezieling van sopraan Natalia Zagorinskaya, die met beide benen op de grond
bleef, maar tegelijkertijd de toppen van hysterie en de diepten van de ziel verkende, in
feilloos geplaatste tonen en huiveringwekkend Sprechgesang. De bijtende timbres van het
cimbalom gaven een heel specifieke kleur aan de ensembleklank.
Violiste Marijke van Kooten en pianiste Pauline Post deden nauwelijks voor haar onder in
hun gedreven vertolking van Bergs Kammerkonzert, waarin ze samen met de dertien
blazers dit pandemonisch universum vol zwalkende wervelingen, verdampende harmonieën en
poëtische interludes verkenden.
© Frits van der Waa 2006