Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 april 2006 (pagina K18)

Is Monteverdi wel Monteverdi?

Monteverdi: l'Incoronazione di Poppea. Solisten en ensemble o.l.v. Sergio Vartolo. Brilliant Classics. (4 cd's).

Geen componist wist zo goed het geluid van brekende harten in tonen te vangen als Claudio Monteverdi. Dat is te horen in l'Incoronazione di Poppea uit 1643. Hoewel Monteverdi al in de zeventig was, schildert hij met evenveel gloed het ontluikend liefdesvuur van een jonge page als de weemoed om de verloren jeugd van een bejaarde voedster.

Maar was de auteur van deze tijdloze opera wel Monteverdi? In de toelichting bij de recent verschenen Brilliant Classics-opname wordt uitvoerig uit de doeken gedaan dat de toeschrijving aan Monteverdi bepaald ongefundeerd en twijfelachtig is, en dat er op zijn minst ook andere componisten bijdragen hebben geleverd. Waarna dirigent Sergio Vartolo op zijn beurt wijst op allerlei typische vingerafdrukken die toch weer wijzen op Monteverdi's auteurschap.

Hoe het ook zij, het muziekdramatisch gehalte van Poppea is onomstreden, wat ook in deze vriendelijk geprijsde opname weer voortreffelijk tot zijn recht komt. Voor twee euro per cd mag je geen topkwaliteit verwachten, maar Vartolo's barokorkestje zoemt en gonst naar hartelust en de zangers hebben het barokarsenaal voortreffelijk in de stembanden zitten, al zijn de Italiaanse vocalen misschien wat scheller en minder strak dan we in Nederland graag horen.

Vartolo laat de rol van Nero in een van de drie aktes door een man in plaats van door een vrouw vertolken. Hoewel hij die keus uitvoerig beargumenteert en er op muzikale gronden niets tegen is, blijft het toch wat eigenaardig. Ook breekt hij met de geestige gewoonte om de rol van de oude min Arnalta door een tenor te laten zingen. In het algemeen blijven de koddige aspecten van de opera in deze versie wat onderbelicht. Maar dat doet niets af aan de smeltende zang van Patrizia Biccerè, die als Poppea beurtelings verleidelijk en serpentig klinkt, of aan het nobele geneuzel van Seneca. Wie de auteur ook mag zijn, Poppea is en blijft een van de beste opera's uit de ganse muziekgeschiedenis.

François Couperin: Leçons de Ténèbres. La Sfera Armoniosa o.l.v. Mike Fentross. Channel.

Religieuze jammerklachten heb je in alle soorten en maten, maar rijkgeschakeerder dan bij François Couperin zul je ze niet vaak tegenkomen. Zijn Leçons de Ténèbres, die uit 1714 stammen, zijn gebaseerd op de lamentaties van de profeet Jeremia, die in deze opname opstijgen uit de engelachtige kelen van Johannette Zomer en Anne Grimm. Met begeleiding van een theorbe, een gamba en een orgeltje is het muzikale gewaad van deze stukken minimaal, maar daardoor komt de fijnzinnigheid waarmee de muzikanten van La Sfera Armoniosa te werk gaan des te beter naar voren. De drie Leçons worden afgewisseld met gambamuziek van Marin Marais en een luitbewerking van een van Couperins klavecimbelstukken door Robert de Visé.

Stephen Stubbs en Teatro Lirico: Corelli, Caccini, Cazzati e.a. ECM.

De componisten ontbreken op de buitenkant van deze ECM-cd, en dat klopt tot op zeker hoogte, want bij Stephen Stubbs' ensemble Teatro Lirico gaat het soms meer om geestdrift en klankschoonheid dan om mooi verzonnen noten. Dat verzinnen doen de vier muzikanten ook graag zelf, getuige een aantal improvisaties die bepaald niet onderdoen voor de op schrift gestelde hersenspinsels van Corelli en diverse tijdgenoten. Viool en gamba banen het pad; gitaar, chitarrone en verschillende harpen beleggen het met weelderige mozaïeken. Rode draad is de 'Follia', het rondcirkelende akkoordenschema dat de voedingsbodem vormt voor tal van variaties. Een volkse suite uit Slovenië is een vreemde eend in de bijt, maar klinkt even feestelijk.


© Frits van der Waa 2006